Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 2 Volgende »

Gewas: Buxus

Wetenschappelijke naam: Cylindrocladium buxicola (Cylindrocladium pseudonaviculatum)

Groep: Schimmels

  
Aangetaste buxusplanten.Aangetaste scheuten.
  
Detail schimmelpluis (mycelium) Mycelium op het blad.

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Blad- en taksterfte is een groeiend probleem in Buxus. Deze ziekte, die zich sinds 1995 over Europa heeft verspreid, wordt veroorzaakt door de schimmel Cylindrocladium buxicola. Aangetaste planten laten veel blad vallen.

De ziekte is in een vroeg aantastingsstadium te herkennen aan zwarte plekjes op jonge blaadjes. Later ontstaat om de aantastingsplekjes een lichtere ring, (geel of licht bruin van kleur). Kenmerkend voor Cylindrocladium buxicola zijn de langgerekte, zwarte vlekken op de twijgen. Dat is een belangrijk onderscheid met de ziekte Volutella buxi, die dit verschijnsel niet heeft. Uiteindelijk laten aagetaste planten op grote schaal blad vallen.

Cylindrocladium komt zowel in de containerteelt als in de vollegrondsteelten voor.

Levenswijze

De ziekte is voor het eerst in Engeland gesignaleerd en verspreidt zich nu over het Europese vaste land. De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar de biologische achtergond van de schimmel. Zo blijkt dat C. buxicola niet uit een, maar uit twee genetische groepen bestaat. Hoewel het type G1 het meeste voorkomt (90%), wint type G2 aan terrein. Dit laatste type blijkt tolerant te zijn tegen een aantal bestrijdingsmiddelen. 

De schimmel ontwikkelt zich optimaal bij gematige temperaturen tussen 15 en 20 graden, maar ook bij lagere temperaturen kan een plant aangetast worden. Afgevallen besmet blad speelt een belangrijke rol bij infectie van het gewas. De schimmel overwintert in afgevallen blad en aangetaste twijgen. De sporen worden verder verspreid door regenwater, gereedschap, besmet plantmateriaal en grondtransport.

Maatregelen
Niet chemisch
  • Aangetaste plantendelen verwijderen tot op gezond weefsel en afvoeren.
  • Hou ruimte tussen individuele planten, of tussen verschillende teeltblokken of beplantingen om zo directe verspreiding tegen te gaan.
  • Ontsmet stek met een ontsmettingsmiddel
  • Ruim afgevallen blad op.
  • Zwaar aangetaste planten rooien en vernietigen.
  • Zorg dat bij het verwijderen van zieke planten, geen verdere besmetting kan plaatsvinden. Doe besmet materiaal in plastic zakken.
  • Omdat de schimmel zich vooral verspreidt via giet- en drainwater, is het zaak hiermee rekeningen te houden. Beregening is niet verstandig, zet de planten ruim zodat ze kunnen drogen.   
  • Kies resistente cultivars. Cultivars van Buxus sempervivens, de meeste aangeplante soort, zijn over het algemeen erg gevoelig tot zeer gevoelig. B. sempervirens ‘Suffruticosa' lijkt het meest gevoelig. Andere soorten als: Buxus microphylla, B. balearica, B. bodinieri en B. harlandii zijn minder gevoelig. Buxus microphylla ‘Herrenhausen’ lijkt ongevoelig.
Chemisch
  • Er is een aantal middelen, dat ingezet kan worden ter bestrijding van deze schimmelziekte. Het is belangrijk resistentie van de schimmel tegen fungiciden tegen te gaan, door het mengen van systemische fungiciden met niet-systemische breedwerkende contactfungiciden.

 

 

 

  • Geen labels