Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Op beschadigde plekken wordt het aangetaste weefsel bruin en gaat het rotten. De aantasting breidt zich langzaam uit in alle richtingen in de bolrok. De aantasting blijft aanvankelijk beperkt tot de beschadigde bolrok zelf, terwijl een aanliggende, onbeschadigde bolrok gaaf blijft. Uitwendig is op het aangetaste weefsel soms groenachtig tot blauwgrijs schimmelpluis zichtbaar [foto]. De aangetaste bolrokken worden gemakkelijk aan het oog onttrokken door de droge, buitenste huiden. Vaak stopt het ziekteproces na het bereiken van de bolbodem. Soms dringt de schimmel de bolbodem echter wel binnen en groeit van daaruit vervolgens verder in andere bolrokken, waarna de hele bol verrot. Na het opdrogen van de bol kan deze gemakkelijk fijngeknepen worden, waarbij een wolk van sporen vrijkomt. |
Levenswijze |
---|
Bollen waarvan de buitenste bolrokken gescheurd zijn lopen een groter risico aangetast te worden. Bij deze bollen komen meer naar binnen gelegen rokken vrij die bij de verwerking gemakkelijk beschadigen. Ook bollen waarvan de klisters zijn afgebroken, lopen meer kans op aantasting, vooral wanneer grote wonden zijn ontstaan. Licht aangetaste bollen waarbij het ziekteproces tijdens de bewaring tot stilstand is gekomen, brengen een normale plant voort. Ernstig aangetaste bollen produceren een zwakke of helemaal geen spruit. De ziekte komt vooral voor bij miniatuurnarcissen zoals Tête à Tête. Bij gebruik als potnarcis komt de ziekte geregeld voor, soms samen met Botrytis-rot. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|