/
1 Werken met natuurproducten

1 Werken met natuurproducten

Deze uitgave van ‘Varkens natuurlijk gezond houden – met kruiden en andere natuurproducten’ is bedoeld om varkenshouders te helpen bij het vinden van de juiste toepassing van kruiden en andere natuurproducten.

Kruiden en andere natuurproducten kunnen ter ondersteuning van gezonde dieren bij stress en beginnende ziekte worden ingezet. De ontwikkelingen op dit gebied gaan snel en daarom zal dit boekje regelmatig herzien en aangevuld moeten worden.

Naast algemene informatie over het gebruik van natuurproducten (in hoofdstuk 1 en bijlage 2) bevat dit stalboekje voor veelvoorkomende gezondheidsproblemen per leeftijdsgroep suggesties betreffende de inzetbaarheid van natuurproducten als aanvulling op algemene managementmaatregelen. De uitgave is zeker niet compleet.

Wij hopen dat door meer onderzoek de lacunes in de informatie aangevuld kunnen worden.

1.1  Preventief gebruik

Pijlers van een duurzame varkenshouderij zijn een verantwoord en doelbewust fokbeleid, goede voeding en huisvesting en vakkundige verzorging met aandacht voor het individuele dier. Het voorkómen van ziekte door aandacht voor bovenstaande is in alle opzichten beter dan het bestrijden van ziekte. 

Primaire preventie betekent: door het zorgen voor een betere gezondheid worden er minder dieren ziek, of de dieren worden minder ernstig ziek. De maatregelen worden in het algemeen voor het hele bedrijf of voor de hele stal genomen.

Secundaire preventie betekent: als er dieren ziek zijn, genezen ze sneller doordat ze een betere conditie hebben. Ze genezen waar mogelijk op eigen kracht, met hulp van bijvoorbeeld bepaalde natuurlijke middelen die tijdelijk extra bij de voeding worden gegeven. Deze maatregelen kunnen zowel voor de hele stal als voor specifieke dieren of koppels worden genomen.

Dit vraagt om het vroegtijdig signaleren van problemen bij de dieren. Het tijdig corrigeren van kleine verstoringen kan voorkomen dat later in het proces met medicijnen of antibiotica moet worden ingegrepen. Het welzijn van het dier is bepalend voor de beslissing hiertoe.

Gezondheid is voor productiedieren niet vanzelfsprekend. In de levenscyclus van een dier bestaan natuurlijke stressmomenten, zoals de geboorte, de aanpassing van pasgeboren dieren aan de omgeving en voer- en hokveranderingen. Inzicht in de processen die hierbij betrokken zijn maakt het mogelijk om deze stressmomenten te voorspellen en tijdig maatregelen te nemen om het dier ‘een handje te helpen’.

Natuurlijke voedercomponenten en kruiden kunnen een bijdrage leveren om de gezondheid van het dier op peil te houden. Hierdoor zal het aantal ziektegevallen op een bedrijf verminderen en het gebruik van medicijnen (zoals antibiotica) kan zich beperken tot de behandeling van enkele ernstig zieke dieren. Immers het voorkomen van ziekten is in alle opzichten beter dan het genezen ervan.

Gezondheidszorg op een varkensbedrijf is vakmanschap. Het hier gepresenteerde overzicht van natuurproducten heeft als doel tips te geven voor een duurzame gezondheidszorg.

1.2  Traditie en voortschrijdend inzicht

 Kruiden en andere natuurlijke middelen hebben van oudsher een vaste plaats in de gezondheidszorg van de mens en dier. Toepassing op voedselproducten hielp bederf te voorkomen. Denk hierbij aan de antimicrobiële werking van bv. knoflook of oregano bij vleeswaren, het gebruik van lactobacillen in de traditionele zuivelverwerking of voor verhoging van houdbaarheid van groenten zoals zuurkool. Kruiden werden ook traditioneel in de (humane) geneeskunde toegepast en vorm(d)en de basis voor moderne geneesmiddelen na identificatie van hun inhoudsstoffen

Het begrip ‘kruid’  wordt meestal toegepast voor planten, die bij gematigde (normale) opname geen schadelijke effecten uitoefenen, mede omdat zij talloze inhoudsstoffen bevatten die in het dier (of de mens) tezamen een positief effect op bepaalde stofwisselingsprocessen uitoefenen. Knoflook heeft een licht antibiotische werking op schadelijke bacteriën in de darm en werkt als antioxidant (ontgiftend) in de lever. Omdat de vluchtige stoffen uit knoflook via onder meer het longweefsel uitgescheiden (uitgeademd) worden heeft het zelfs een licht desinfecterend effect bij luchtwegaandoeningen. Inzicht in deze verschillende effecten van kruiden heeft ertoe geleid dat recent dergelijke producten voor de humane preventieve gezondheidszorg ‘herontdekt’ zijn, en ook in de preventieve gezondheidszorg bij dieren in de belangstelling staan. 

1.3   Plaats binnen het management

Van natuurproducten mogen geen wonderen worden verwacht; hun toepassing dient ter ondersteuning van andere managementmaatregelen en zorgt ervoor dat gezondheid en welzijn van de dieren zo optimaal mogelijk zijn. Goed management, goede voeding en hygiëne blijven de belangrijkste speerpunten in de preventieve gezondheidszorg. Zie figuur op de volgende bladzijde.

Houd voor uzelf goed bij welke producten u hebt ingezet: waarvoor en in welke hoeveelheid en wat het resultaat was.

Gebruik geen producten van onbekende samenstelling en ook niet zonder voldoende kennis over de werking van genoemde inhoudstoffen.

[GM1] Met de producten die in dit boekje zijn opgenomen zijn goede praktijkervaringen opgedaan en ze zijn veilig bij normale toepassing.

Bij een ernstig ziek dier zullen moderne geneesmiddelen voorlopig onmisbaar blijven voor een optimaal therapeutisch resultaat (borging gezondheid en welzijn).

 

 

   (ill: botanische tuin Universiteit Utrecht)

 

 

Figuur 1. De aanpak van diergezondheid
(bron:  FiBL, 2006, aangepast)

 

Van onder naar boven

  1. De maatregelen op fokkerij- en ketenniveau werken op de lange termijn en gaan bijvoorbeeld over keuze van ras of over het landelijk bestrijden van bepaalde ziekten.

  1. Het management op bedrijfsniveau zorgt voor optimale omstandigheden qua voeding, klimaat, huisvesting,  hygiëne en ziektepreventie (vaccinaties).

  1. Natuurproducten kunnen worden ingezet om op een kortere termijn spijsvertering, weerstand en algemene gezondheid te verbeteren en daardoor ziekte te voorkomen of herstel te ondersteunen; inzet van natuurproducten is zowel op koppelniveau als ook bij het individuele dier mogelijk.

  1. Bij acute gevallen van ziekte worden diergeneesmiddelen (curatief) ingezet. Deze moeten genezen, verdere verspreiding van ziekten op dier en mens (zoonosen) voorkomen en spoedig herstel (welzijn) waarborgen. Ziekte betekent altijd aantasting van het welzijn en economische schade en dient zoveel mogelijk voorkomen te worden.

1.4  Indeling diervoeders

 

De meeste natuurlijke middelen worden verkocht als (aanvullende)diervoeders of diervoederadditieven, soms als voederingrediënt.

Diervoeders moeten wat betreft wetgeving worden onderscheiden in Diervoeders (vallend onder Verordening (EG) nr. 767/2009) en diervoederadditieven (vallend onder Verordening (EG) nr. 1831/2003). Hieronder de indeling en definities:

 

 

Voedermiddel*: producten van plantaardige of dierlijke oorsprong, waarvan het hoofddoel is te voldoen aan de voedingsbehoeften van dieren, in natuurlijke staat, vers of verduurzaamd, en de afgeleide producten van de industriële verwerking ervan, alsmede organische of anorganische stoffen, met of zonder toevoegingsmiddelen, bestemd om te worden gebruikt voor orale vervoedering, hetzij als zodanig rechtstreeks, hetzij na bewerking, hetzij bij de bereiding van mengvoeders of als draagstoffen in voormengsels. Verkocht aan mengvoederindustrie

 

Voederingrediënt*: bestanddeel van diervoeder

 

Volledige diervoeders*: mengvoeders die door hun samenstelling toereikend zijn als dagrantsoen

 

Aanvullend diervoeder*: mengvoeders met een hoog gehalte aan bepaalde stoffen, die echter, wegens hun samenstelling, slechts toereikend zijn als dagrantsoen indien zij samen met andere diervoeders worden gebruikt (mengsel van voeder en additieven). Verkocht aan de veehouder.

 

Dieetvoeder*: diervoeders met bijzonder voedingsdoel: diervoeders die aan een bijzonder voedingsdoel kunnen voldoen op grond van hun bijzondere samenstelling of het bijzondere, bij hun vervaardiging toegepaste procedé, en die zich hierdoor duidelijk onderscheiden van gewone diervoeders. Tot de diervoeders met een bijzonder voedingsdoel behoren niet de diervoeders met een medicinale werking in de zin van Richtlijn 90/167/EEG. Verkocht via dierenarts.

 

Diervoederadditieven** of toevoegingsmiddelen (VERORDENING (EG) Nr. 1831/2003): stoffen, micro-organismen of preparaten die geen voedermiddelen noch voormengsels zijn en die opzettelijk aan diervoeder of water worden toegevoegd met name met het oog op een of meer van de in artikel 5, lid 3, vermelde functies Het toevoegingsmiddel moet:

a)         de eigenschappen van diervoeder gunstig beïnvloeden; b)de eigenschappen van dierlijke producten gunstig beïnvloeden; c)de kleuren van siervissen en -vogels gunstig beïnvloeden; d)voldoen aan de voedingsbehoeften van dieren; e)het milieueffect van de dierlijke productie gunstig beïnvloeden; f)de dierlijke productie, prestaties of welzijn gunstig beïnvloeden, met name door in te werken op de maag- en darmflora of op de verteerbaarheid van de diervoeders, of g) een coccidiostatische of histomonostatische werking teweeg te brengen. Verkocht aan mengvoederindustrie

 

Voormengsels or premixen**: mengsels van toevoegingsmiddelen of mengsels van een of meer toevoegingsmiddelen met als drager voedermiddelen of water, die niet bedoeld zijn voor rechtstreekse vervoedering aan dieren. Verkocht aan mengvoederindustrie

 

*Voedermiddelen definities afkomstig uit Verordening (EG) nr. 767/2009

** Definities afkomstig uit Verordening (EG) nr. 1831/2003

Voeder ingrediënten moeten vermeld staan in de Catalogus voedermiddelen of het register voedermaterialen. Additieven moeten vermeld staan in het register diervoederadditieven.

 

Verzorgende producten

Daarnaast worden enkele producten verkocht als verzorgende producten, bv voor huid en klauwen.

 

 

Bronnen:

 

Catalogus Voedermiddelen

 

Register voedermaterialen
Register diervoederadditieven
Dieetvoeders:

 

 

1.5  Welke producten zijn biologisch toegestaan (Skal)?

 

Biologisch geproduceerde kruiden(producten) zijn altijd toegestaan. Diergeneesmiddelen op natuurlijke basis zijn ook toegestaan, evenals fytotherapeutica en homeopathische middelen.

 

Kruidenpreparaten worden door Skal gezien als fytotherapeutica en mogen bij bewezen werkzaamheid worden ingezet. Samengestelde producten dienen een Skal certificaat te hebben. Sensoriële toevoegingsmiddelen op basis van kruidenextracten zijn toegelaten.

Voor meer informatie over de regelgeving van kruiden zie het Infomatiebulletin gebruik van kruiden in de veehouderij.

Sinds kort is er ook een biologische inputlijst voor voeders bij SKAL. Op dit moment (november 2022) waren er echter nog weinig producten in opgenomen.

 

1.6  Bronnen van informatie

 

De volgende bronnen geven belangrijke aanvullingen:

·         De syllabus “Dier, plant en gezondheid” is een onderwijsmodule over planten voor landbouwhuisdieren die door HAS-studenten en het IEZ is ontwikkeld. Het bestand is gratis te downloaden van de Fyto-V website: zie bij onderwijs en dan Module HAS

·         Duidelijke aanwijzingen over hoe de signalen van welzijn en ziekte tijdig op te pikken zijn (in verband met secundaire preventie) staan in de uitgave van Roodbont: Varkenssignalen® (Hulsen/Scheepens, 2005).

·         Belangrijke aanwijzingen voor goed management staan in het Themaboek biologische varkenshouderij.

·         Uitleg over het begrip ‘’weerstand’’ is te vinden in het ASG praktijkrapport 38 (2005): Management en de weerstand van Varkens, door M.Mul.

·        Databases met Nederlandse en wetenschappelijke namen van kruiden, nog meer producten met hun leveranciers en verwijzingen naar het beschikbare onderzoek hierbij staan op de website Fyto-V.  

 

Voor deze uitgave is naast de op http://fyto-v.nl vermelde literatuur gebruik gemaakt van

·         Openbare literatuur via Scopus

·         Projectverslagen van de EU projecten Feed for Pig Health, Healthy Pig Gut, Replace en Safewastes.

·         FiBL Handbuch Tiergesundheid, Forschungsinstitut für biologischen Landbau, Frick CH, 2006.

·         Praktijkervaringen van diverse veehouders.

·         Productinformatie en onderzoeksverslagen van diverse bedrijven.

·         Aichberger, L. e.a. Kräuter für Nutz- und Heimtiere. Wenen, 2006.

·         Bentz, H. e.a., Tierärztliche Drogenkunde, Jena 1989.

·         Lans, C., Alternative Animal Healthcare in British Columbia. Victoria, 2004.

  • Rabinovich, M.I. Medicinal Plants in the Veterinary Medicine. Russagric.Publ House, 1981.

·         Reichling, J. e.a., Heilpflanzenkunde für Tierärzte. Heidelberg, 2005.

·         Spielberger en Schaette., Biologische stalapotheek. Veegezondheid, 1991. Louis Bolk Instituut, Driebergen.

·         Steiner, T. Phytogenics In Animal Nutrition: Natural Concepts To Optimize Gut Health And Performance, Nottingham Univ Press, 2009.

·         Steiner, T. Managing Gut Health-Natural Growth Promoters As A Key To Animal Performance, Nottingham Univ Press, 2006.

·         Wynn, S.G. en Fougere, B.J., Veterinary Herbal Medicine. St. Louis, 2007.

·         Brendieck-Worm, C. en M. Melzig. Phyotherapie in der Tiermedizin. Georg Thieme Verlag, Stuttgart 2018.

 

 

 

    Brandnetel (Urtica urens), bron van gezonde voedingsstoffen
Ill. uit: www.Infofyto.nl

 


 [GM1]In apart kader zetten