Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 7 Volgende »


Gewas: Iris


Wetenschappelijke naam: Pectobacterium carotovorum subsp. carotovorum (voorheen Erwinia carotovora subsp. carotovora)

Groep: Bacteriën

Stinkend zachtrot iris: Aantasting schedebladenStinkend zachtrot iris: Bolaantasting


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

De schedebladeren zijn vlak boven de bol waterig en daardoor donkergroen van kleur (foto 1). Deze verkleuring wordt later donkerder en tenslotte bijna zwart.

De groei van de spruit blijft al kort na het planten achter. Soms valt de plant om. De spruit kan gemakkelijk uit de bol getrokken worden. Het onderste gedeelte is dan vochtig en vuilwit tot geelachtig van kleur.

De bollen van dergelijke planten zien er uitwendig goed uit, maar blijken bij doorsnijden uit een geelwitte, stinkende brij te bestaan. Van pas aangetaste bollen is de buitenste bolrok glazig (foto 2). Het aangetaste weefsel wordt in enkele dagen zacht. De aanvankelijk goed uitgelopen wortels worden soms ook glazig en geelgroen van kleur.

Levenswijze

De ziekte komt pleksgewijs, maar soms ook verspreid door het veld voor. Vochtig-warme omstandigheden bevorderen het ontstaan, daarom komt de aantasting vooral ’s zomers in de kas voor. Op zandgrond komt de aantasting vrijwel niet voor.

De bollen kunnen aangetast worden vanaf enkele dagen na het planten tot halverwege de groeiperiode. De bacteriën kunnen in de grond op resten van irisbollen of andere ondergewerkte gewassen lange tijd in leven blijven. Bovengronds kunnen ze gemakkelijk worden verspreid met opspattend water. De bacterie kan ook op andere planten parasiteren (bijvoorbeeld in witsnot in hyacint).

Maatregelen
  • Bollen niet spoelen
  • Verslemping van de grond voorkomen
  • Direct na het planten niet teveel water geven en daarna naar behoefte van het gewas.
  • De kastemperatuur niet te hoog laten oplopen.
  • Geen loof van voorteelten in de grond werken.
  • Beschadiging voorkomen.



  • Geen labels