Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 9 Volgende »

Achtergrond

Bert Urlings (1959) is afkomstig van een traditioneel gemengd bedrijf uit Zuid-Limburg. Kwam als boerenzoon veelvuldig in aanraking met het omzetten van basis agrarische producten in gezonde voedingsmiddelen. Traditionele Zuid-Limburgse coöperaties waren niet armlastig en hadden dus naast een goede prijs voor de grondstoffen voor de boer, ook veel oog voor de toekomst en investeerden veelvuldig in productontwikkeling. Het mooiste voorbeeld vind ik daarin de voorgangers van Hertog ijs (nu Unilever) is uit deze coöperaties is ontstaan. Kortom ik wist het toen ik 16 was ik wil dierenarts worden en in de voedingsmiddelen industrie gaan werken. Na mijn opleiding tot dierenarts heb ik me eerst verder gespecialiseerd tot dierenarts specialist veterinary public health. Na 16 jaar wetenschappelijk onderzoek en meerdere adviesfuncties bij de EU en de Nederlandse overheid ben ik in 2002 bij Vion verantwoordelijk geworden voor Kwaliteit. Een bedrijf met elke dag meer dan 100 miljoen consumenten.

  



Waar staan we met zijn allen?

Voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong hebben ons de afgelopen eeuw heel veel gebracht. Een belangrijk element daarin is de razendsnelle verbetering van de publieke gezondheid. Nederlanders hebben de afgelopen jaren kunnen rekenen met een steeds betere levensverwachting, kortom langer leven en ook meer gezonde levensjaren. Een gezonde voeding en gezond eten zijn daarin zeer belangrijk en voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong hebben hierin een zeer grote rol gespeeld. Dat mag de sector gerust op haar palmares schrijven.

Dierlijke productie in Nederland stuurt al jaren op een groot aantal duurzaamheidskenmerken, zoals efficiëntie, dat is heel belangrijk, ook voor de toekomst. Echter soms slaan we ook te ver door en moeten we dit corrigeren en dat kost moeite, maar is zeker mogelijk.

Vraag van de consument en de maatschappij centraal stellen!

We zetten onze agrarische producten uiteindelijk om in voedingsmiddelen voor de mens. We zullen dus de ontwikkelingen bij de consument en de burger kritisch moeten volgen. Dat kun je het beste doen door een dialoog aan te gaan met verschillende stakeholders in de keten, inclusief de consument en de burger: onze uitdagingen met onze stakeholders oplossen. Onderwerpen zoals dierenwelzijn, carbonfootprint, biodiversiteit en een eerlijke prijs zijn een aantal belangrijke uitdagingen die we samen moeten oplossen. Het is daarin heel belangrijk om goed meetbare normen met elkaar af te spreken, zodat de uitdagingen voor eenieder helder zijn. Als je een stakeholder dialoog wil voeren is het belangrijk dat je met elkaar de waarden deelt van waaruit je met elkaar samenwerkt, besteedt daar vooral voldoende tijd aan. Vanuit de gedeelde waarden kom je tot een vraagarticulatie. Een goede vraagarticulatie is 50% van het antwoord, en een slechte vraagarticulatie leidt tot een slecht resultaat. Dit onderdeel van het proces vergeten we vaak door onze gedrevenheid tot resultaten.


Grote verschillen in duurzaamheid tussen vlees en vlees.

De Nederlandse dierlijke productie heeft een aantal kenmerken waardoor ze voorloper zijn op een aantal duurzaamheidsaspecten en grote problemen met een aantal andere duurzaamheidszaken. Onze grootste problemen zij vooral gerelateerd aan de omvang van de veehouderij in algemene zin zoals stikstof en biodiversiteit. Daarnaast scoren Nederlandse dierlijke producten heel goed op het terrein van bijvoorbeeld de carbon footprint. Dit komt door de grote mate van circulariteit in veevoeder, bijproducten van de voedingsmiddelen sector worden massaal verwerkt in veevoer, daardoor is de carbon footprint lager dan bij veel buitenlandse dierlijke producten.

Ook zien we grote verschillen tussen de éénmagige dieren en de herkauwers, dit komt vooral door de vorming van methaan tijdens het herkauwen. Nederlands pluimvee- en varkensvlees verschilt niet zo veel van samengestelde vleesvervangers qua carbon footprint per gram eiwit.

Kweekvlees is enorm in discussie wereldwijd. Ik heb eind vorige eeuw uitgebreid bekeken of ons instituut destijds het patent op kweekvlees zou gaan kopen. We hebben het niet gedaan. Dat blijkt terecht, het patent is nu verlopen en er is nog niets substantieels op de markt. De grote drijfveer en eigenlijk enige drijfveer achter kweekvlees is dat je geen dier hoeft te doden voor dierlijk eiwit. De andere veronderstelde voordelen blijken maar zeer beperkt.


(Poore et al., 2018 and Vion data for pig meat NL/DE)

Samen aan de slag in de keten

Voor een groot aantal uitdagingen in de keten kunnen we aan de slag om de gewenste verbeteringen te realiseren. Voor een aantal andere uitdagingen hebben we meer kennis en kunde nodig. Wetenschappelijk onderzoek vindt wereldwijd plaats, de resultaten van het onderzoek moeten we zo snel mogelijk omzetten in de praktijk. Dat is een van de belangrijkste uitdagingen die we hebben als kennisdragers in de keten. Werk vooral samen in co-creatie met de andere stakeholders en laat je niet afleiden door oneigenlijke argumenten. We staan voor een grote uitdagingen waarvoor de oplossingen binnen handbereik liggen.


  • Geen labels