Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 2 Volgende »

Een laatste punt, gerelateerd aan GxE interactie is dat correlaties tussen kenmerken kunnen verschillen tussen omgevingen. Zij kunnen zelfs veranderen van teken (+/-). Bijvoorbeeld, de leeftijd van volwassen worden (wanneer ze zich kunnen voortplanten) is positief gecorreleerd met groei in een omgeving van goede kwaliteit. Dieren die groter worden, worden later volwassen dan dieren die kleiner blijven. In een slechte omgeving kan dit omgekeerd zijn. Ook al is er geen herordening op grootte, er is herordening op welke dieren eerder volwassen worden. De reden kan zijn dat de slechte groeiers in een goede omgeving eerder de volwassen grootte bereiken en dus eerder in voortplanting kunnen investeren. In de slechte omgeving kunnen ze het moeilijk gehad hebben om tot een volwassen grootte te groeien en daarom starten ze later met voortplanten. Dit is een extreem voorbeeld waar de tekens van de correlatie zelfs veranderen. Maar het is goed om je te realiseren dat correlaties tussen kenmerken kunnen veranderen over omgevingen. Het is ook goed om je dit te bedenken als je indicator kenmerken gebruikt. Resultaten in één omgeving kunnen niet automatisch worden vertaald in andere omgevingen.

Samenvattend zijn er verschillende redenen voor de aanwezigheid van genetische correlaties. Sommige kunnen zich ontwikkelen als een gevolg van selectie strategie, waar andere zijn gebaseerd op genetische feiten. Het is belangrijk je bewust te zijn van deze genetische correlaties, omdat het kan betekenen dat selectie voor één kenmerk consequenties kan hebben voor andere kenmerken. We gebruiken dat bewust met indicator kenmerken, maar wat doen we met ongewenste correlaties?

  • Geen labels