Aanwending van vloeibare meststoffen

In het kort

In het kort

Er zijn verschillende technieken om vloeibare meststoffen aan te wenden. De juiste bemester is afhankelijk van de teelt, de grondsoort, het aanwendingsmoment en de van toepassing zijnde regelgeving.

Aanwending, bemesters, emissiearm aanwenden

Teelt	Bemester volledig tot de grond afgesloten	Mest in sleufjes	Mest in kuiltjes	Water-verdund uitrijden	Aanwenden in de grond	Aanwenden op de grond	Door de grond mengen/ onder-werken	Emissiearme aanwendingstechniek
Grasland, zand-/ lössgrond	X	X						Zode-bemester
Grasland, klei-/ veengrond	X	X	X					Zode-bemester Sleufkouter-bemester
Grasland, klei-/ veengrond	X			X				Sleepvoet-bemester
Bouwland	X	X			X		X	Bouwland-injecteur Sleepvoet-bemester Precisie-bemester
Bouwland	X					X	X	Bouwland-injecteur Sleepvoet-bemester Precisie-bemester
Niet-beteelde akkers	X	X			X		X	Bouwland-injecteur Sleepvoet-bemester Precisie-bemester
Niet-beteelde akkers	X					X	X	Bouwland-injecteur Sleepvoet-bemester Precisie-bemester
Tabel 1: Eisen voor het bemesten met drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib bij diverse teelten op verschillende grondsoorten².

Doel techniek

Doel techniek
In Nederland dient vloeibare mest emissiearm aangewend te worden om ammoniak- en geuremissies bij toedienen van mest tegen te gaan. De verschillende technieken om dit uit te voeren worden besproken in de deelsecties.

Omschrijving techniek

Omschrijving techniek

Bovenstaande tabel geeft een overzicht van een aantal eisen waar bemesters aan moeten voldoen bij het uitrijden van vloeibare mest in verschillende situaties. Het toedienen van mest op een perceel waar een gewas staat, zoals op grasland of graanpercelen in het voorjaar, vergt een andere toedieningsmethode dan op bouwland waar ook de grond kan worden omgewerkt. Er zijn daarom verschillende eisen voor verschillende teelten en grondsoorten.

Bemesters die aan deze eisen voldoen mogen gebruikt worden voor de aanwending van vloeibare mest. Voor de dunne fracties van drijfmest gelden dezelfde wettelijke regels voor het emissiearm uitrijden als voor drijfmest. Meer informatie over wetten en regels waar bemesters zich aan moeten voldoen, bijvoorbeeld de breedte van de sleufjes of het feit dat mest niet over de rand mag komen, is te vinden bij ‘bronnen en interessante links’.

Binnen de verschillende technieken zijn diverse variaties mogelijk. Zo kan een zodenbemester bijvoorbeeld uitgerust zijn met sleepkouters (kleine haken) of schijfkouters (ronde schijven), zodat mest onder de zode kan worden aangebracht. Sleepkouters maken een sleuf in de grond en hebben vooral op percelen met vegetatie de neiging om te stropen, waarbij de vegetatie wordt meegesleept. De schijven van schijfkouters snijden door de vegetatie heen, waardoor ze netter werken en de sleufjes sneller sluiten. Emissies worden hiermee beperkt.

Er is de best mogelijke zorg aan deze informatie besteed, maar er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Varianten

Varianten
Zodebemester Sleepvoetbemester Precisiebemester Precisiebemester in de rij Spaakwielinjectie Bouwlandinjecteur Fertigatie Veldspuit In-line blender Bovengronds aanwenden Overige, waaronder bladbemesters

Welke meststoffen?

Welke meststoffen?
Drijfmest Vloeibare fractie na bronscheiding en mechanische scheiding Dunne fractie na scheiding digestaat Vloeibare be- en verwerkte meststoffen Ammoniumsulfaat (spuiwater)

Bronnen en interessante links

Bronnen en interessante links

1. Begeman, H. (2023, juli 10). Van sleepkouters naar schijfkouters: “Minder stropen en beter snijden”. De Loonwerker. Opgehaald van https://www.deloonwerker.nl/bemesting/mest-uitrijden/overstap-naar-schijfkouters-minder-stropen-en-beter-snijden/

2. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. (2020, augustus 1). Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen. Opgeroepen op juni 22, 2023, van http://Overheid.nl : https://wetten.overheid.nl/BWBR0023115/2020-08-01