In het kort |
---|
Drijfmest is een mengsel van vaste en vloeibare mest dat afkomstig is van dieren. Drijfmest bestaat voornamelijk uit urine, feces en mogelijk spoelwater van stallen. Het is een vloeibare verpompbare meststof waarvan de nutriëntensamenstelling sterk afhankelijk is van het diersoort en de voeding. Trefwoord, Trefwoord |
Omschrijving product |
---|
In Nederland is drijfmest de meest voorkomende mestvorm. Drijfmest is een mengsel van de feces, de urine en mogelijk ook spoelwater uit de stallen. De samenstelling van de mest verschilt tussen diersoorten. Ook de voersamenstelling is van invloed op de nutriëntgehalten in drijfmest. Drijfmest wordt opgeslagen in een mestput of -silo. |
Samenstelling product | |||||
---|---|---|---|---|---|
Drijfmest | |||||
Parameters | Eenheid | Rundvee
| Vlees- | Zeugen | Vlees- |
Droge stof (DS) | kg/ton | 92 | 107 | 67 | 22-94* |
Organische stof | kg/ton | 71 | 79 | 25 | 17-71* |
N-totaal | kg/ton | 4,0 | 7,0 | 5,0 | 2,6-5,6* |
N-organisch | kg/ton | 2,1 | 3,3 | 1,7 | 0,5-2,6* |
N-mineraal | kg/ton | 1,9 | 3,7 | 3,3 | 2,1-3,0* |
P2O5 | kg/ton | 1,5 | 3,9 | 3,5 | 1,1-2,6* |
K2O | kg/ton | 5,4 | 4,7 | 4,9 | 4,5-5,0* |
MgO | kg/ton | 1,2 | 1,5 | 1,4 | 1,6-1,7* |
Na2O | kg/ton | 0,7 | 1,2 | 0,9 | 1,2-1,6* |
Ca | kg/ton | 3,4 | 3,7 | 2,7 | 0,8 |
S | kg/ton | 0,7 | 0,6 | 0,4 | 0,2 |
B | g/ton | 4 | 4 | 1 | 0 |
Co | g/ton | 0 | 0 | 0 | 0 |
Cu | g/ton | 11 | 38 | 27 | 3 |
Mn | g/ton | 13 | 27 | 28 | 13 |
Mo | g/ton | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zn | g/ton | 17 | 89 | 64 | 4 |
Samenstelling drijfmest van verschillende diersoorten in kg per ton vers product.2 *Gebaseerd op twee diercategorieën; rosékalveren en witvleeskalveren. |
Toepasbaarheid product |
---|
Drijfmest is een vloeibare meststof, die ontstaat bij het opvangen van de mest en de urine in de stal. De uitwerpselen van de dieren vallen door een rooster in de mestkelder of worden in stallen met een dichte vloer met een mestschuif naar de mestopslag geleid. Doordat mest en urine gemengd worden, is drijfmest gevoelig voor emissie van ammoniak naar de lucht tijdens de opslag. Wanneer drijfmest gedurende langere tijd wordt opgeslagen, vindt er na verloop van tijd ontmenging plaats. Er ontstaan mestkorsten of drijf- en zinklagen. Hierdoor verandert de nutriëntensamenstelling van de mest (het is niet meer homogeen) en is het moeilijker om het uit de mestkelder of -silo te verpompen. Door mest te mixen worden deze problemen verholpen. Er moet bij het mixen echter wel rekening worden gehouden met mestgassen die vrij kunnen komen. Deze gassen kunnen schadelijke zijn voor de gezondheid van zowel mens als dier. De risico’s van mestgassen kunnen geminimaliseerd worden door een aantal vuistregels te volgen, bijvoorbeeld minimaal één keer per tien dagen mest mixen. Meer informatie over mestgassen is te vinden bij bronnen en interessante links. |
Aanwendingsmogelijkheden |
---|
Bronnen en interessante links |
---|
Bijlagen |
---|
Bemest op z’n Best - 4 Tips voor optimale graslandbemesting op zandgrond: |
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen? Stuur dan een mail naar info@mestverwaarding.nl