Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 6 Huidig »


Gewas: Komkommer


Wetenschappelijke naam: Beet pseudo-yellow virus (BPYV)

Groep: Virussen

Komkommergewas met totale geel-witte verkleuring door pseudo-slavergelingsvirus.


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

De eerste symptomen van de meeste virusziekten beginnen vaak in de kop van de plant. Bij pseudo-slavergelingsvirus is dit juist niet het geval.

Er ontstaan eerst vergelingsverschijn-selen, tussen de nerven in, op de oudere bladeren. Het ziektebeeld wordt daarom soms aangezien voor magnesiumgebrek. In tegenstelling tot magnesiumgebrek geeft dit virus lichtgekleurde of gele vlekken die onregelmatig over het blad verspreid zijn. In een later stadium worden ook jongere bladeren aangetast en neemt de vlekkerige vergeling toe. Na verloop van tijd worden de bladeren geelwit en krullen meestal naar beneden om. Er is sprake van stugheid van het blad. Het duurt zeker twee maanden alvorens een ziek blad volkomen geelwit is. De ziekte neemt langzaam in ernst toe.

Duidelijke symptomen op de vruchten worden niet waargenomen; soms zijn ze getailleerd. Er treedt in ieder geval vermindering op van de vruchtproductie doordat het assimilerende bladoppervlak kleiner wordt. Een vroeg besmet gewas zal meer schade opleveren dan een gewas dat laat wordt aangetast.

De ziekteverschijnselen zijn afhankelijk van de leeftijd van de plant, het tijdstip van infectie en de temperatuur.

Levenswijze

Het pseudo-slavergelingsvirus wordt uitsluitend door de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) overgebracht.

Omdat kaswittevlieg algemeen voorkomt, kunnen in korte tijd zeer veel komkommerplanten geïnfecteerd en veel bedrijven besmet raken. Eenmaal infectieuze wittevliegen blijven het vermogen om planten ziek te maken tenminste enkele dagen behouden en kunnen dit dan bij meerdere planten doen. Voor een sterke virusverspreiding zijn er dus geen grote populaties witte vliegen nodig.

Diverse groentegewassen, waaronder kassla en andijvie, en veelvoorkomende onkruiden kunnen door pseudo-slavergelingsvirus worden aangetast.

De ziekte wordt niet tijdens het snoeien of oogsten van de vruchten met het mes overgebracht. Het virus blijft niet in de grond achter en gaat ook niet met het zaad over.

Maatregelen

Voorkomen en beheersen van de aantasting kan tijdens de teelt door:

  • Bestrijding van kaswittevlieg, zowel vanaf het zaaien bij plantenkweker als tijdens de gehele teelt bij de tuinder. Ook bij ruimen van het afgedragen gewas dient eerst een grondige wittevliegbestrijding te worden uitgevoerd. Dit voorkomt dat witte vliegen naar buiten worden gedreven. Door een goede bestrijding onder glas wordt ook voorkomen dat de wittevliegen het virus vanuit geïnfecteerde wilde planten kunnen opnemen. In zomer en najaar kunnen komkommerplanten in de kas zo opnieuw aangetast worden.
  • Door een goede algemene hygiëne en intensieve wittevliegbestrijding is de mate waarin het virus in Nederland voorkomt sterk verminderd ten opzichte van de jaren direct na 1980 toen het virus zich in de teelt sterk uitbreidde.
  • Het onkruid uit de kas te verwijderen en het rondom de kas kort te houden.

Directe bestrijding van virusziekten ín de planten is niet mogelijk.



  • Geen labels