Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 4 Volgende »

Gewas: Diverse gewassen, houtige, kruidachtige en gazons

Wetenschappelijke naam: Agriotes obscurus

Groep: Insecten

 
 
RitnaaldSchadebeeld door ritnaalden
 
 
Ritnaalden en kniptorrenEen kniptor, op zijn rug gelegd op de hand, springt omhoog. Daaraan dankt het insect zijn naam.


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright WUR, NVWA, Delphy, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Ritnaalden zijn de tot drie cm lange dunne, harde, geel tot donkergeel gekleurde of koperkleurige larven van de kniptor. Vanwege hun kleur worden deze larven ook wel koperwormen genoemd.

Zoals alle keverlarven hebben de ritnaalden kleine maar duidelijk zichtbare pootjes. Ze vreten de ondergrondse en zachte delen van de plant aan, waardoor er vaak een penseeltje van harde plantendelen overblijft. De aangetaste planten verkleuren naar geel of rood en sterven tenslotte af en kun je eenvoudig uit de grond te trekken. Planten in een rij worden opeenvolgend aangetast.

Levenswijze

In het voorjaar zetten de kniptorren hun eitjes af, bij voorkeur in grasland en in klaverpercelen. Na enkele weken komen de larven te voorschijn. De ontwikkeling van ei tot volwassen insect duurt tot ongeveer vijf jaar. De kever zowel als de larven hebben een verborgen en nachtelijke leefwijze en hebben een voorkeur voor vochtige humusrijke grond. De larven zijn niet tegen uitdrogen bestand.

De larven kunnen gedurende een lange periode schade veroorzaken. Ritnaalden vreten van plantenwortels, waardoor kiemplanten van bijvoorbeeld maïs of bieten wegvallen. In grotere plantendelen zoals de stengelvoet van een plant boort een ritnaald zich in. Ook in aardappelknollen kun je boorgaatjes van ritnaalden aantreffen.

Ritnaalden komen vaak voor in oud grasland (> 10 jaar) en kunnen, in het tweede jaar nadat het grasland gescheurd is, kunnen ze voor veel schade zorgen. In het eerste jaar na het scheuren zitten de ritnaalden onder in de bouwvoor met een grote hoeveelheid organisch materiaal, de oude zode, als voedsel. Ritnaalden hebben een voorkeur voor dood organisch materiaal (saprofage levenswijze), maar als er droogte heerst gaan ze over op het consumeren van levende planten. Het tweede jaar is de zode grotendeels verteerd. De gezaaide gewassen zijn dan een alternatieve voedselbron voor de larven.

Maatregelen
  • Vooral op percelen, die meer dan zes jaar in blijvend grasland hebben gelegen, kan men schade van ritnaalden verwachten. Ritnaalden kun je aantonen, door een aantal doorgesneden aardappelen in de bouwvoor te leggen. Na enkel weken kun je op zwaar besmette percelen boorgaatjes in de knollen aantreffen.
  • Goede grondbewerking, vooral na het scheuren van oud grasland. De larven worden dan blootgesteld aan zonlicht, verdroging en natuurlijke vijanden.
  • Ploeg de oude zode diep weggen (liever niet frezen), zodat de larven in de laag met de oude zode blijven, waardoor het nieuwe gewas niet wordt aangetast.
  • Voor ritnaalden bestaat geen schadedrempel. Bij een aantal gewassen ken het zaad tegen vraatschade van ritnaalden behandeld worden met een systemisch insecticide.



  • Geen labels