Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 5 Volgende »

Gewas: Witlof

Wetenschappelijke naam: Sclerotinia sclerotiorum

Groep: Schimmels

Aantasting witlofwortels door sclerotiniaApothecia van Sclerotinia sclerotiorum, bron Eppo Dr Andrea Minuto, Centro Regionale di Sperimentazione e Assistenza Agricola, Albenga (IT).


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

De aantasting door Sclerotinia wordt ook wel rattenkeutelziekte genoemd. Als gevolg van de aantasting gaan de pennen en kroppen over in een zachte rotte massa waarop in het helder witte schimmelpluis de zwarte sclerotiën zitten.

De Sclerotinia schimmel wordt met aangetaste pennen vanaf het veld meegenomen. Aantasting is hier vaak wel te zien, doordat op de koppen van de pennen bruine, zachte, rotte plekken voorkomen. Op deze plekken zitten aanvankelijk witte en later zwart wordende sclerotiën. Aangetaste planten kunnen al op het veld afsterven. De schimmel groeit ook bij lagere temperaturen, zodat bij opslag in bewaarcellen flinke aantastingshaarden kunnen ontstaan. Door bewaring bij een constante en lage temperatuur (bijv. -1°C) wordt het ontwikkelingsproces zo veel mogelijk vertraagd.

Levenswijze

Tijdens de trek op water wordt Sclerotinia niet via het proceswater verspreid. De schimmel groeit van pen tot pen en later in de trek ook van krop tot krop uit. Meestal blijft de aantasting door Sclerotinia beperkt tot enige haarden. Sclerotinia kan bijna alle cultuurgewassen aantasten behalve granen. Zeer vatbare waardplanten zijn boon, erwt, aardappel, peen, blauwmaanzaad, karwij en witlof. Vatbare gewassen moeten zoveel mogelijk worden vermeden in het vruchtwisselingschema van witlof. De kans op aantasting neemt bovendien toe als tijdens of na het rooien beschadigingen optreden.

Sclerotinia kan in het veld d.m.v. de zwarte slerotiën (sporenpakketjes) circa vijf jaar overblijven. Door weer bovenploegen kunnen de sclerotiën in de bovenste grondlaag van 3 cm gaan kiemen. Dit gebeurt na twee maanden rijping in vochtige grond bij een temperatuur van 10 tot 25 °C. Uit één sclerotium kunnen boven de grond meerdere schotelvormige vruchtlichaampjes (apotheciën) met een diameter van 1 cm te voorschijn komen. Tijdens regen verzamelt zich water op de apotheciën. Na verdamping komen de sporen vrij. Deze sporen zijn niet in staat gezond weefsel te infecteren. Infectie kan alleen bij vochtig weer plaatsvinden op afgestorven vers organisch materiaal. Bij witlof kan men in de loop van augustus gunstige omstandigheden voor infectie verwachten. De schimmel groeit via littekens van afgestorven bladeren de koppen van de pennen binnen, precies op het grensvlak van wortel en blad.

Maatregelen
  • Hanteer een ruime vruchtwisseling waarbij rekening wordt gehouden met de waardplantenreeks van Sclerotinia. Afwisseling met breedbladige en grasachtige gewassen is gunstig voor de afname van sclerotiën in de grond.
  • Erwten en bonen zijn vaak de grootste boosdoeners in het bouwplan. Overweeg deze gewassen uit het bouwplan te schrappen als er problemen zijn in peen, witlof of andere hoogsalderende gewassen.
  • Vermijd ook groenbemesters die waardplant zijn zoals bladrammenas en gele mosterd.
  • Pennen moeten zo snel mogelijk na het rooien worden ingekoeld.
  • Voorkomen van mechanische beschadiging, bevriezen en uitdrogen.
  • Bewaar wortels koel (-1 tot 0 °C).
  • Behandel de pennen- kort na het rooien met een toegelaten middel.



  • Geen labels