Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

View file
nameModule 2 Verdieping melkvee.pdf

Opdracht 2a bij Module 2 Verdieping melkvee: veevoederadditieven

Het doel van deze opdracht is om meer te leren over de verschillende soorten veevoeder additieven: welke er zijn, hoe ze werken en waar en hoe ze worden ingezet

Verdeel de klas of groep in kleinere subgroepjes

Ga naar http://www.allaboutfeed.net

Zoek via de Zoekfunctie per groepje op 1 of 2 termen en maak een korte presentatie waarin je aan de anderen uitlegt per middel:

  1. Wat voor (soort) middel het is

  2. Hoe het werkt, op gezondheid en productie

  3. Bij welke diersoorten het veel wordt ingezet

  4. Geef per soort middel 3 tot 5 concrete voorbeelden van producten

  5. Bonus: eventueel kun je nog bij fabrikanten/ leveranciers vragen naar onderzoeksrapporten

 Middelen die interessant zijn om op te zoeken zijn:

  • umuszuren / humic acid

  • probiotica / probiotics

  • prebiotica / prebiotics

  • kruidenproducten / phytogenics / herbal extracts

  • etherische olien / etheric oils

  • organische zuren / organic acids

  • gisten en gist celwanden / yeasts and yeasts products

  • kleipreparaten zoals bentonite, kaolin, zeoliet etc / clay products

  • algen en wieren / algae seaweed

Bonusvraag: zijn er middelen met effecten op ammoniak en methaan? Zo ja, welke en hoe werken die middelen?

Opdracht 2b bij Module 2 Verdieping melkvee: Kalverdiarree

Bij deze opdracht kun je onder andere het Stalboekje melkvee gebruiken en de Groene Lijst (met middelen die zijn toegestaan in de biologische sector).

Vragen:

  1. Wat is het verschil tussen infectieuze en niet-infectieuze factoren bij kalverdiarree?

  2. Noem 3 management maatregelen die je als veehouder kunt inzetten om infecties zoveel mogelijk te voorkomen

  3. Noem 2 natuurproducten die je kunt gebruiken bij beginnende kalverdiarree

  4. Noem vier categorieën van ondersteunende natuurproducten voor darmgezondheid

  5. Benoem per categorie hoe deze middelen werken.

 

Opdracht:

Interview een boer(in) over zijn of haar ervaringen met natuurlijke middelen (bij kalverdiarree).