Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Biologische teelt begint bij bemesting, maar bemesting is niet het hele verhaal. In hoofdstuk 2 hebben gezien dat een gezonde, levende, bodem de basis van een biologisch bedrijf is. Het principe is altijd: de bodem voeden, niet de plant voeden.  Vaak is het idee: vervang de kunstmest die je vroeger gebruikte door organische mest met dezelfde inhoud aan N, P en K, dan teel je biologisch. Dat idee klopt niet. Het is eerder omgekeerd: wat maakt de bodem op dit perceel, voor dat gewas, in een bepaald jaar(getijde) al mogelijk, en hoeveel aanvullende bemesting is daar dan nog voor nodig ? Zo ga je efficiënt om met de beschikbare mest en voorkom je uitspoeling van niet opgenomen meststoffen.

Onder bemesting verstaan we hier alles wat van buiten het bedrijf, of van buiten een specifiek perceel, wordt aangevoerd om de bodem, en via de bodem het gewas, van voldoende nutirënten te voorzien. Op een gemengd bedrijf gaat het dus ook om de mest die van het dierlijk naar het plantaardig deel van het bedrijf gaat. Een nieuwe ontwikkeling is het gebruik van maaimeststoffen: gewas van het eigen bedrijf dat wordt gemaaid en op een ander perceel wordt gebruikt als mest, al dan niet na voorafgaand drogen en bewaren. Dit is mest die niet van buiten het bedrijf wordt aangevoerd,  maar van perceel naar perceel gaat. Het zelfde geldt voor compost van gewas en andere reststromen van het eigen bedrijf. 

De basiskennis over bemesting en kringloop geldt ook voor Dierlijke productie. Onder 'teelt' versta je dan: gras. Zie voor bemesting van grasland verder par. 4.  1.2 Winning en gebruik biologische mest, bemesting grasland.

3.1.1 biologische bemesting: wat weegt mee ?

...