Biologische teelt begint bij bemesting, maar bemesting is niet het hele verhaal. In hoofdstuk 2 hebben gezien dat een gezonde, levende, bodem de basis van een biologisch bedrijf is. Het principe is altijd: de bodem voeden, niet de plant voeden. Vaak is het idee: vervang de kunstmest die je vroeger gebruikte door organische mest met dezelfde inhoud aan N, P en K, dan teel je biologisch. Dat idee klopt niet. Het is eerder omgekeerd: wat maakt de bodem op dit perceel, voor dat gewas, in een bepaald jaar(getijde) al mogelijk, en hoeveel aanvullende bemesting is daar dan nog voor nodig ? Zo ga je efficiënt om met de beschikbare mest en voorkom je uitspoeling van niet opgenomen meststoffen.
...
- Bio-boeren mogen 10 kg/ha P extra uitrijden mits je mest gebruikt die zorgt voor meer organische stof inde in de grond en je minstens 20 (van de 75 resp. 40) kg. P/ha haalt uit strorijke vaste mest, de dikke fractie van rundveemest, champost, GFT-compost of groencompost.
- Gebruik je compost dan hoef je 50% van de P daaruit niet mee te tellen.
- Het gebruik van deze extra P moet wel worden gemeld aan RVO.
...