...
Bezorgdheid over het milieu is dus al vanaf de jaren '60 een aanjager van biologische landbouw. In recenter jaren denken we meer in termen van duurzaamheid: er zijn terechte twijfels bij de duurzaamheid, de 'volhoudbaarheid', van het gangbare landbouw-systeem. Biologische landbouw wil een duurzamer alternatief bieden. Zowel producenten als consumenten kiezen daarvoor. Die duurzaamheid moet dan wel worden waargemaakt. Kiezen voor duurzaamheid is dus een factor in de groei, maar ook in de ontwikkelrichting, van de biologische landbouw.
Of kiezen voor duurzaamheid ook in de nabije toekomst een aanjager blijft van de groei van biologisch hangt er ook vanaf of de biologische landbouw zijn duurzaamheidsclaims kan waarmaken. Het is daarom belangrijk om te weten wat biologische landbouw 'presteert' voor duurzaamheid. Is biologische landbouw altijd duurzamer en beter voor het milieu? Veel voorstanders nemen dat als vanzelfsprekend aan, anderen bestrijden dat. Er is veel onderzoek gedaan naar prestaties van de biologische landbouw op aspecten van milieu en duurzaamheid en op economische aspecten. Hoe zien die prestaties eruit, en wat betekenen ze voor de keuzes die kunnen worden gemaakt? Hoe goed scoort de bio-landbouw op knelpunten in en van de Nederlandse landbouw en op de duurzaamheid van het landbouw- en voedselsysteem, in Nederland/Europa en op wereldschaal?
We kijken eerst naar Nederland (de uitkomst voor Vlaanderen is vergelijkbaar). Nederland is een dichtbevolkt land met veel water, een open economie, een hoog welvaartsniveau en een goed georganiseerde maar zeer competitieve voedingsmarkt. Voor de landbouw betekent dat: een hoge grondprijs, hoge loonkosten en lage voedselprijzen, en dus een grote druk op efficiëntie en rentabiliteit, veel export en import, veel reststromen (o.m. mestoverschot), een hoog kennisniveau en een goede infrastructuur. Knelpunten zijn dan onder meer emissies van residuen meststoffen (fosfaat, stikstof) en de beheersing daarvan (restrictieve regels, b.v. de Nitraatrichtlijn), residuen van bestrijdingsmiddelen, fijnstof, afnemende biodiversiteit, en antibioticaresistenties.
Maakt biologische landbouw binnen die Nederlandse context het verschil? Een globaal beeld is Een globaal beeld uit dat onderzoek is:
- Biologische landbouw scoort beter tot veel beter op milieu: veel minder emissies en residuen van bestrijdingsmiddelen, minder uitspoeling en emissie van nitraat en ammoniak en minder bijdrage aan de eutrofiëring van oppervlaktewater.
- Biologische landbouw scoort ook beter tot veel beter op behoud en opbouw van bodemvruchtbaarheid en op gebruik van het schaarse mineraal fosfaat. Meer algemeen: biologische landbouw scoort beter als kringloop-landbouw.
- Biologische landbouw levert meer biodiversiteit op en scoort veel beter op dierenwelzijn en minder antibioticagebruik (preventie van resistenties).
- De arbeidsbehoefte is veelal groter. Dat kan negatief worden geduid (hogere kosten) en positief (werkgelegenheid). Het verschil met gangbaar is overigens beperkt door de hoge mechanisatiegraad en de grote efficiëntie van veel bio-bedrijven.
- Biologische landbouw heeft wel een iets lagere opbrengst per hectare. Het beeld is wisselend per productgroep, klimaatzone en economische ontwikkeling, maar in heel grove lijnen is het beeld: 20% minder, dus 20% meer grondgebruik voor dezelfde hoeveelheid product.
- In termen van klimaat, met name uitstoot van broeikasgassen, is het beeld wisselend. Dat komt vooral omdat biologische landbouw meer grond nodig heeft voor dezelfde hoeveelheid product. De balans is vaak lastig. Biologische landbouw gebruikt geen stikstofkunstmest (de productie hiervan kost veel CO2-emissie), maar door het grotere landgebruik is de bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen neutraal, en in sommige berekeningen negatief. Daarin is de potentie van meer koolstofbinding (Carbon Capture, ofwel onttrekking van CO2 uit de lucht) door opbouw van organische stof in de bodem niet altijd meegenomen. Biologische landbouw kan meer koolstof in de bodem binden (opbouw van bodemvruchtbaarheid, vooral humus) en dus in potentie een bijdrage leveren aan de onttrekking van CO2 aan de lucht, met een positieve balans als gevolg.
...