Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Het productieproces

Het proces van grootbrengen van de meelwormen start bij een nieuwe batch meelwormen, gecombineerd met eitjes en droogvoer. Deze starten met het productieproces. De batch kan meteen verdeeld worden over verschillende kratten, zodat er ook voor de grote meelwormen genoeg ruimte zal zijn. De tweede optie is om de eerste vier weken te kiezen voor een hoge dichtheid aan meelwormen. Als de meelwormen groter worden, zal je alsnog een verdeling moeten maken.

Het droge voer kan bij de start in één keer gegeven worden. Het natte voer wordt met vaste intervallen gegeven. Het natte voer zal sneller bederven. De eerste drie weken is het verstandig om niet teveel nat voer te geven. De meelwormen zijn nog klein en zullen er nog niet veel van eten. Vanaf 4 weken leeftijd kan het dagelijks of meerdere keren per week gegeven worden. De portiegrootte kan verhoogd worden als de meelwormen groter worden. Het advies is om voor iedere meelworm binnen 10 cm een voedingsbron ter beschikking te hebben. Bij kleine meelwormen is 5 cm nog beter.

Het oogsten van de meelwormen gebeurt als ze groot genoeg zijn en zal ca. 8-12 weken duren. De grote meelwormen zullen minder gaan bewegen en enkele zullen verpoppen. Idealiter is het droge voer op en is er alleen frass over. Frass bestaat uit onverteerd voer, dode insecten en insectenpoep. De meelwormen worden geoogst met een zeef.

Van larve naar pop, kever en nieuwe eitjes

Wanneer een deel van de meelwormen gebruikt zal worden om nieuwe eitjes te produceren, zullen deze uitgroeien tot kevers. Hierbij is het aan te raden om het aantal meelwormen per bak te verlagen en de hoeveelheid droog voer te verhogen. Hiermee wordt onder andere kannibalisme van meelwormen richting poppen voorkomen. Minimaal één keer per week moeten de poppen van de meelwormen worden gescheiden met een speciale zeef. Na vier weken kan het restant worden weggegooid. De overige meelwormen zullen waarschijnlijk niet meer verpoppen.

De poppen worden verzameld in een bak met tarwezemelen op de bodem. Dit dient als een soort kussen dat de poppen beschermd als ze in de bak gedaan worden. Ook is het voer voor de jonge kevers die uit zullen komen. Ook hier is namelijk kannibalisme mogelijk. De jonge kevers kunnen de poppen opeten.

Na 1 à 2 weken komen de jonge kevers uit. Deze zijn meer vruchtbaar dan de oudere kevers en kunnen gemengd met de oudere kevers gehouden worden.

Kevers eten tarwezemelen of andere van graan afgeleide producten als droog voer en wortelen (of andere groente of fruit) als nat voer. De eitjes worden gelegd in het droge voer, dat uiteindelijk ook als substraat voor de eitjes wordt gebruikt. Minimaal één keer per week de kevers verplaatsen naar een nieuwe krat wordt aangeraden. Dit is arbeidsintensief. Bij systemen waar dit meer geautomatiseerd is, kunnen kevers ook elke vier dagen worden verplaatst. Er is dan minder variatie in grootte van de larven.