Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Om te weten wat insecten eten moet er ook gekeken worden naar hoe ze eten en hoe het eten verteerd wordt.
De afbeelding hieronder geeft een overzicht van het verteringskanaal van insecten. Elk onderdeel heeft zijn specifieke functie.

...

Vooraan in het verteringstelsel wordt de waterbalans geregeld, zodat het voer het juiste vochtgehalte heeft. Vervolgens wordt het voedsel ‘kleiner’ gemaakt. Dit kan zowel mechanisch, letterlijk het kleiner maken (malen) van het voedsel, maar ook enzymatisch. Door het toevoegen van enzymen aan de voedselbrij, kunnen de enzymen specifieke voedingstoffen nog kleiner maken. Elk enzym heeft zo zijn eigen specialisatie om eiwit, koolhydraten of vetten kleiner te maken. In de darmen vindt er de microbiële vertering plaats. Dit is zowel belangrijk voor het nóg kleiner maken van de voedingstoffen en voor het ontgiften. De voedingsstoffen moeten uiteindelijk geabsorbeerd kunnen worden door het lichaam.

Insecten hebben de mogelijkheid om te kunnen overleven op veel soorten voedsel. Wat er daadwerkelijk beschikbaar is, hangt van meerdere variabelen af.

·        Beschikbaarheid: bij voorkeur een continue stroom aan voedsel met dezelfde kwaliteit.

·        Veiligheid: het voedsel mag geen resten van pesticide of medicatie bevatten.

·        Regelgeving: wat mag er gebruikt worden. Dit is afhankelijk aan het doel van de gekweekte insecten.

Momenteel worden insecten vaak nog gekweekt op voeding die ook geschikt is voor andere dieren om te eten.
Ze hebben echter juist de mogelijkheid om laagwaardige voeding, denk aan reststromen, om te zetten in hoogwaardige eiwitten. Enkele voorbeelden van dergelijke reststromen zijn rottend fruit en groente, huishoudafval, supermarkt en restaurant restroom en mest van dieren of mensen.

Om het economisch haalbaar te maken en om een circulair systeem te bereiken, wordt er bij voorkeur gebruik gemaakt van reststromen die nergens anders voor geschikt zijn.

Een belangrijk gegeven bij het voedingsmanagement van insecten is het feit dat de nutritionele waarde van de insecten zelf beïnvloed wordt door wat ze eten. Nu zijn insecten larven een hoogwaardige eiwitbron om te voeren aan bijvoorbeeld kippen, maar het doel is ook om een constante kwaliteit te creëren. Zeker als het geïntegreerd wordt in diervoeding, wil men precies weten welke voedingstoffen en welke hoeveelheid het bezit. Het is niet efficiënt als dat voor elke partij insectenlarven opnieuw onderzocht moet worden, om te weten wat er nog aan toegevoegd moet worden om een complete diervoeding te maken.
Uit onderzoek bij de BSF blijkt er met name een variatie te ontstaan in hoeveelheid ruw vet en as.
Ruw eiwit en ruwe celstof (o.a. chitine) is de variatie iets meer begrenst.
Krijgen de larven dierlijk voedsel dan lijkt dit het percentage eiwit te verhogen. Zetmeel en suiker in het voer zorgen dan weer voor een hoger vetgehalte.

Er is nog geen standaard voer te noemen, zoals je dat bij andere diersoorten wel ziet. Er wordt veel onderzoek gedaan om te bepalen waar de insecten het best, meest efficiënt, op groeien.
Zo blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek de combinatie groente + fruit de hoogste groei te geven. In vergelijking met alleen 1 van deze 2.
https://www.wageningenacademic.com/doi/epdf/10.3920/JIFF2022.0113?role=tab

Per diersoort zal hier op enkele specifieke eigenschappen van dat dier ingegaan worden.