Genomic Selection is kort gezegd: kijken naar het DNA van een dier en op basis van die informatie besluiten of het dier wel of niet goed genoeg is om geselecteerd te worden.
Op dit moment is het meer gebruikelijk is om te kijken naar het dier zelf, zijn prestaties of zijn fokwaarde. Door middel van de fokwaarde maakt het stamboek een inschatting van hoe de genetische bijdrage van het dier aan het fokdoel eruit ziet. Deze fokwaarde heeft altijd een bepaalde betrouwbaarheid, die afhankelijk is van de hoeveelheid gebruikte informatie.
Bij genomic selection wordt DNA van een dier afgenomen (bv door middel van bloed). Dit DNA wordt ‘bekeken’ in het laboratorium en daarop worden de selectiebeslissingen (deels) gebaseerd. Hiervoor moet dus goed in kaart worden gebracht welk stukje DNA invloed heeft op welk kenmerk (zie "Even iets meer").
Bij diersoorten zoals koeien, varkens, pluimvee en vissen wordt al veel gebruik gemaakt van genomic selection. Bij paarden is dit anno 2012 nog erg beperkt maar de verwachting is dat genomic selection ook binnen de paarden snel opgang zal vinden. Doormiddel van Genomic Selection kunnen op een jongere leeftijd, en dus zonder te veel investeringen al paarden geselecteerd worden voor de fokkerij. Voor meer informatie over wat Genomic Selection in de toekomst voor de paardenfokkerij kan betekenen zie vraag 45. |