Met kruising wordt het kruisen van twee paarden uit verschillende ‘rassen’,‘lijnen’ of populaties bedoeld. Het gaat hierbij dus om paarden die genetisch gezien ver van elkaar afstaan. Er zijn vanuit het veefokkerij oogpunt drie redenen om twee populaties met elkaar te kruisen: - Snelle verbetering van een bepaalde eigenschap (een ander ras is bijvoorbeeld veel beter op dit onderdeel dan het eigen ras/populatie, denk hierbij bijvoorbeeld aan de hardheid van het engels volbloed);
- Inbrengen van nieuwe eigenschappen (soms is dit noodzakelijk omdat kenmerken negatief aan elkaar gerelateerd zijn. Door selectie op het ene kenmerk is een ander kenmerk dan deels uit de populatie verdwenen);
- Bewust profiteren van het heterosis-effect in de volgende generatie. (Ver uit elkaar gelegen lijnen kunnen voor bepaalde kenmerken homozygoot zijn. De ene lijn is bijvoorbeeld homozygoot recessief, de andere homozygoot dominant. In dit geval ontstaan heterozygote nakomelingen. Als deze eigenschap het dominante heterosis-effect vertoond zijn de heterozygote nakomelingen beter dan het gemiddelde van beide ouders.)
In de paardenfokkerij is vooral de eerste reden belangrijk. Door de grote hoeveelheden nakomelingen per moederdier is in de varkens en pluimveehouderij wel een kruisingsschema mogelijk waarbij veel van het heterosis-effect geprofiteerd kan worden. In dat geval is het namelijk makkelijker om "zuivere lijnen" te handhaven.
|