Toestemming voor het oogsten
Elke landbouwer zal in mei aangifte moeten doen van de geteelde gewassen. Vóór het oogsten van vezelhennep moet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) daarvoor toestemming geven. In opdracht van RVO komt de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) vlak voor de oogst langs om monsters af te nemen van elk gewas. Toestemming wordt verkregen nadat de NVWA steekproefsgewijs het THC-gehalte – – dat is een psychoactieve stof – in in de plant heeft gecontroleerd. Dit gehalte moet onder de 0,3% liggen (§3.1).
Oogsten met speciale machines
Voor technische toepassingen (isolatie in de bouw, composieten voor automobielindustrie) wordt Oogsttijdstip
Hennep is een snelgroeiend gewas dat 80-100 dagen na inzaaien geoogst kan worden. Voor het verkrijgen van fijne vezels, zowel voor technische- als voor textieltoepassingen, wordt in Nederland geoogst rond het moment van bloei (Figuur 9), vanaf eind juli/begin augustus begonnen met de oogst. Dit gebeurt met speciaal gebouwde machines. Deze machines zijn geschikt gemaakt om overweg te kunnen met de zeer sterke vezels in vezelhennep en om een goede ‘invoerkwaliteit’ voor verdere verwerking te krijgen. Hierbij wordt de stengel tot stukken van 60 cm lengte gesneden om het wikkelen rondom draaiende delen te voorkomen, zowel tijdens de oogst als tijdens verdere verwerking.
Machine voor de oogst van vezelhennep waarmee tevens bloemen en bladeren geoogst worden.
Bloemen, bladeren, zaden
De oogstmachines maken het tevens mogelijk om apart de bloemen en bladeren te oogsten. Deze worden direct van het land afgevoerd voor verdere verwerking. Zaden worden feitelijk niet geoogst in Nederland; om bij Nederlandse condities zaden te kunnen oogsten dient de plant tot ca eind september te rijpen, waarna het weer veelal te nat is om het hennepstro nog droog binnen te kunnen halen.
Roten: ‘losweken’ van bastvezel en kernmateriaal in de plant
Na het oogsten blijft het hennepstro ongeveer 2 weken op het land liggen. Tijdens deze periode wordt door micro-organismen onder invloed van herhaaldelijk nat worden, o.a. door dauw, de lijmlaag tussen bastvezel en houtige kern in de plant verzwakt; dit heet ‘roten’. Door verzwakking van de lijmlaag kunnen vezel en kernmateriaal (scheven) tijdens de volgende verwerkingsstap goed gescheiden worden. De exacte duur van het roten is afhankelijk van het weer; de afbraak is een samenspel tussen regen, dauw en temperatuur.
Opslag tot verdere verwerking
Wanneer het hennepstro zodanig geroot is zodat de lijmverbinding tussen vezel en kernmateriaal voldoende is opgelost, wordt het geperst tot balen wanneer het vochtgehalte lager dan 18% is. Tot het moment van verdere verwerking (§6.1) worden de balen hennepstro droog opgeslagen bij de verwerker.. Voor textiel heeft de bastvezel rond het moment van bloei de juiste verhouding van sterke en fijnheid bereikt. Voor technische toepassingen speelt fijnheid een kleinere rol, maar in Noord-Nederland wordt niet gewacht totdat de zaden volgroeid zijn omdat veldroten (§5.4) en drogen voor opslag dan niet meer mogelijk is.
Zaden zijn in Noord-Nederland rijp vanaf ca. half september. Het weer in (Noord) Nederland is dan meestal al zodanig nat dat na veldroten het niet meer mogelijk is het hennepstro voldoende te drogen om het gebaald op te kunnen slaan. Vezelhennepteelt in Zuid-Nederland is van recente datum en zaden blijken daar al begin september rijp. Ook het weer is daar zodanig dat na oogsten vanaf begin september veldroten en drogen nog mogelijk is.
Speciale oogstmachines
De oogst gebeurt met speciaal gebouwde machines, zowel voor technische toepassingen (§5.3.1) als voor textiel (§5.3.2).