5.3 Oogsten
Toestemming voor het oogsten
Elke landbouwer zal in mei aangifte moeten doen van de geteelde gewassen. Vóór het oogsten van vezelhennep moet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) daarvoor toestemming geven. In opdracht van RVO komt de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) vlak voor de oogst langs om monsters af te nemen van elk gewas. Toestemming wordt verkregen nadat de NVWA steekproefsgewijs het THC-gehalte – dat is een psychoactieve stof – in de plant heeft gecontroleerd. Dit gehalte moet onder de 0,3% liggen (§3.1).
Oogsttijdstip
Hennep is een snelgroeiend gewas dat 80-100 dagen na inzaaien geoogst kan worden. Voor het verkrijgen van fijne vezels, zowel voor technische- als voor textieltoepassingen, wordt in Nederland geoogst rond het moment van bloei (Foto’s beneden), vanaf eind juli/begin augustus. Voor textiel heeft de bastvezel rond het moment van bloei de juiste verhouding van sterke en fijnheid bereikt. Voor technische toepassingen speelt fijnheid een kleinere rol, maar in Noord-Nederland wordt niet gewacht totdat de zaden volgroeid zijn omdat veldroten (§5.4) en drogen voor opslag dan niet meer mogelijk is.
Zaden zijn in Noord-Nederland rijp vanaf ca. half september. Het weer in (Noord) Nederland is dan meestal al zodanig nat dat na veldroten het niet meer mogelijk is het hennepstro voldoende te drogen om het gebaald op te kunnen slaan. Vezelhennepteelt in Zuid-Nederland is van recente datum en zaden blijken daar al begin september rijp. Ook het weer is daar zodanig dat na oogsten vanaf begin september veldroten en drogen nog mogelijk is.
Speciale oogstmachines
De oogst gebeurt met speciaal gebouwde machines, zowel voor technische toepassingen (§5.3.1) als voor textiel (§5.3.2).