...
Mensen kiezen niet alleen voor andere producten maar ook voor een andere relatie met het product en met de producent: meer binnen een herkenbare schaal, binnen herkenbare relaties, met meer transparantie over productie en verwerking. Al in de jaren ’70 werd het gebruikelijk om de naam van de boer of tuinder te vermelden bij het product in de bio-winkel; dat was toen, en is nog, in de gangbare verwerking en handel ondenkbaar (behalve voor zogenaamde ‘ambachtelijke’ niche-producten). Er ontstaat zo een relatie tussen producent en consument. Veel biologische bedrijven doen ook mee aan open dagen of halen op een andere manier burgers/consumenten naar hun bedrijf, bij voorbeeld met huisverkoop of een echte boerderij-winkel. Juist in de biologische sector Deze ‘korte keten’ benadering wordt steeds belangrijker.
Er wordt geëxperimenteerd met nieuwe bedrijfsvormen, met meer en andere betrokkenheid van de consument/burger. Een voorbeeld zijn de CSA-bedrijven (Consumer Supported Agriculture), bedrijven die een vaste relatie aangaan met een kring consumenten, of zelfs een vorm van mede-eigenaarschap kennen. Andere bedrijven bieden zelf voedselpakketten aan en distribueren deze zelf, runnen een eigen bedrijfswinkel of bieden naast het primaire bedrijf andere producten en diensten aan (bijvoorbeeld kinderopslag, recreatie) en baseren daar een deel van hun verdienmodel op (multifunctionele landbouw). Er zijn zeker ook gangbare bedrijven die dit oppakken, vaak ook uit economische noodzaak (noodzaak van neveninkomsten), maar juist voor biologische boeren zijn openheid (‘het kunnen uitleggen’) en korte lijnen met de klant van groot belang. Een recent voorbeeld is Herenboeren . Opvallend is dat veel CSA-bedrijven, en ook Herenboeren . , wel biologisch werken maar geen certificatie als bio-bedrijf aanvragen. In de directe relatie tussen klant en bedrijf speelt vertrouwen de hoofdrol.
...
Biologisch en duurzaamheid: is biologisch altijd beter?
...