Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Bezorgdheid over het milieu is dus al vanaf de jaren '60 een aanjager van biologische landbouw. In recenter jaren denken we meer in termen van duurzaamheid: er zijn terechte twijfels bij de duurzaamheid, de 'volhoudbaarheid', van het gangbare huidige landbouw-systeem. Biologische landbouw wil een duurzamer alternatief bieden. Zowel producenten als consumenten kiezen daarvoor.  Kiezen voor duurzaamheid is dus een factor in de groei , maar ook in de ontwikkelrichting, en de ontwikkelrichting van de biologische landbouw.   

Of kiezen voor duurzaamheid ook in de nabije toekomst een aanjager blijft van de groei van biologisch hangt er ook vanaf of de biologische landbouw zijn duurzaamheidsclaims kan waarmaken. Het is daarom belangrijk om te weten wat biologische landbouw 'presteert' voor duurzaamheid. Is biologische landbouw altijd duurzamer en beter voor het milieu? Veel voorstanders nemen dat als vanzelfsprekend aan, anderen bestrijden dat. Er  Er is veel onderzoek gedaan naar prestaties van de biologische landbouw op aspecten van milieu en duurzaamheid en op economische aspecten.  Een globaal beeld uit dat onderzoek is:

...

 Welk beeld komt daaruit naar voren ? 

Duurzaamheid kun je op meerdere manieren bekijken. De belangrijkste twee zijn: per hectare of per kilogram product. Voor de lokale invloed van een systeem is de impact per hectare belangrijk. Daarvan is de ammoniak emissie een voorbeeld. Kijk je op wereldschaal dan is de impact per kilogram product belangrijk, dat speelt bijvoorbeeld bij CO2

Een globaal beeld uit het onderzoek is dat biologisch per hectare beter of vergelijkbaar presteert en per kg vergelijkbaar of minder presteert. Het verschil komt door de lagere productie per hectare.  

Een aantal aspecten nader uitgewerkt: 

  • Biologische landbouw scoort beter tot veel beter op milieu: veel minder emissies en residuen van bestrijdingsmiddelen, minder uitspoeling en emissie van nitraat en ammoniak en minder bijdrage aan de eutrofiëring van oppervlaktewater.

  • Biologische landbouw scoort ook beter tot veel beter op behoud en opbouw van bodemvruchtbaarheid en op gebruik van het schaarse mineraal fosfaat . Meer algemeen: biologische landbouw scoort beter als kringloop-landbouw.

  • Biologische landbouw levert meer biodiversiteit op en scoort veel beter op dierenwelzijn en minder antibioticagebruik, met name geen preventief gebruik van antibiotica. Daardoor draagt biologische landbouw bij aan het voorkomen van resistentie van bacteriën zoals MRSA.

  • De arbeidsbehoefte is veelal groter. Dat kan negatief worden geduid (hogere kosten) en positief (werkgelegenheid). Het verschil met gangbaar is overigens beperkt door de hoge mechanisatiegraad en de grote efficiëntie van veel bio-bedrijven.

  • Biologische landbouw heeft wel een iets lagere opbrengst per hectare. Het beeld is wisselend per productgroep, klimaatzone en economische ontwikkeling, maar in heel grove lijnen . In onze hoogproductieve westerse landbouw is het beeld: 20% a 30% minder, dus 20% het kost meer grondgebruik voor dezelfde hoeveelheid product. 

  • als Als de keuze voor biologisch echter samengaat met de keuze voor een gezonder en duurzamer voedingspatroon, met minder dierlijke eiwitten en minder verspilling, dan compenseert dat ruimschoots deze lagere productie. De keuze voor meer diervoeder uit de regio betekent minder gesleep met grondstoffen over de wereld en minder gebruik van 'verborgen hectaren' elders op de wereld, bij voorbeeld voor de teelt van soja op grond waarvoor regenwoud is gekapt.

  • In termen van klimaat, met name uitstoot van broeikasgassen, is het beeld wisselend. Dat komt vooral omdat biologische landbouw meer grond nodig heeft voor dezelfde hoeveelheid product. De balans is vaak lastig. Biologische product. Daar staat tegenover: biologische landbouw gebruikt geen stikstofkunstmest (de . De productie hiervan kost veel CO2-emissie), maar door het grotere landgebruik is de bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen neutraal, en in sommige berekeningen negatief. Daarin is de potentie van meer koolstofbinding (Carbon Capture,

  • Biologische landbouw biedt bovendien de  mogelijkheid om meer koolstof in de bodem te binden. Carbon Sequestration, ofwel onttrekking van CO2 CO2 uit de lucht ) door opbouw van organische stof in de bodem, wordt niet altijd in alle berekeningen meegenomen. Biologische landbouw kan meer koolstof in de bodem binden door de opbouw van bodemvruchtbaarheid (C vastgelegd in vooral humus en bodemleven) en dus en daarmee een bijdrage leveren aan de onttrekking van CO2 CO2 aan de lucht, met een positieve balans als gevolg.

...

  • . Landbouw kan overigens maar weinig compenseren van de totale CO2 die de maatschappij veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen.  

  • Op wereldschaal: als biologische landbouw, door de lagere productie per hectare, ertoe zou leiden dat meer bossen worden gekapt en natuurgronden ontgonnen voor cultuurgrond

...

  • ,

...

  • dan zou de bijdrage negatief zijn. Dat betekent immers extra CO2-emissie en ook nog eens minder biodiversiteit. Daarom wordt er In alle visies op biologische landbouw als alternatief op wereldschaal

...

  • vanuit gegaan dat dat niet mag gebeuren: we moeten het doen met het huidige areaal. 

Op de ‘klimaat-balans’ staat tegenover meer landgebruik: geen stikstofkunstmest (in CO2-emissie: de productie van één kg. Kalkammonsalpeter = de verbranding van één liter diesel) en de potentie van meer koolstofbinding in de bodem, zeker in combinatie met een meer duurzaam voedingspatroon. Dat bepaalt ook meteen de uitdagingen voor de bio-landbouw: een optimale productie per hectare (‘ecologische intensivering’), optimalisatie van stikstofbinding uit natuurlijke bronnen, hoge inzet op opbouw en behoud van bodemvruchtbaarheid, dus van koolstofbinding in de bodem en werken in een keten (met productie en afzet) die een gezond en duurzaam voedingspatroon faciliteert en bevordert. Uiteindelijk wordt duurzaamheid bepaald door het hele voedselsysteem, niet alleen door de primaire productie binnen dat systeem.

Duurzaamheid is bovendien breder dan broeikasgassen. Vooral in termen van behoud en opbouw van bodemvruchtbaarheid, het ontwikkelen van kringlooplandbouw en behoud en versterking van biodiversiteit is de bijdrage aan duurzaamheid positief. De weerbaarheid van een landbouwsysteem met een goede, levende, bodem en een hogere biodiversiteit is groter; het past zich makkelijker aan aan veranderende omstandigheden en grilliger weer aan. De afhankelijkheid van mineraal fosfaat, op den duur een schaarse grondstof, neemt af.

...

  • wordt de veestapel beperkt tot wat nodig is om gewassen die de mens zelf moeilijk kan verteren (met name grassen) om te zetten,

  • worden geen voedingsgewassen aan dieren gevoerd die de mens zelf kan eten en neemt het areaal met gewassen die direct voor menselijke consumptie zijn relatief toe.

  • is het aandeel dierlijke producten in ons dieet kleiner dan nu: de ‘eiwit-transitie’ die al op gang begint te komen.wordt de enorme voedselverspilling (de producten in ons dieet kleiner dan nu: de ‘eiwit-transitie’ die al op gang begint te komen. We eten in Europa dik 50 gram dierlijk eiwit per dag. Een halvering is vanuit voedingsoogpunt probleemloos en levert grond op die voor de efficiëntere plantaardige productie kan worden ingezet. De stikstofbenutting van melkveehouderij is 25 a 35%, terwijl die van akkerbouw 55% is. Die laatste kan ook naar 65 a 75%. 

  • wordt de enorme voedselverspilling  teruggedrongen, in essentie door een efficiënter voedselsysteem. Van de noodzaak hiervan is eigenlijk iedereen al overtuigd. De FAO schat dat wereldwijd 30 a 40% van 40% van het geproduceerde voedsel nooit op ons bord komt)  teruggedrongen, in essentie door een efficiënter voedselsysteem; van de noodzaak hiervan is eigenlijk iedereen al overtuigd. De verliezen vinden plaats op het veld (oogstverlies), in de keten (opslag) en rond de consumptie (weggegooid voedsel). Wordt die enorme voedselverspilling flink teruggedrongen dan is dat een enorme winst.

In dit scenario past een wereldwijde omschakeling van zo’n 50% naar biologisch probleemloos. 100% biologische landbouw is mogelijk, maar ‘op het scherp van de snede’ wat betreft de stikstofvoorziening.

...