...
We gaan door met het voorbeeld van de konijnen. Het bleek dat, hoewel verwacht werd dat de konijnen met 3 maanden gewogen werden, konijnen niet altijd op die vaste leeftijd gewogen werden. Door de vakantie en weekenden werden sommige dieren een beetje ouder of een beetje jonger gewogen. Je kunt je voorstellen dat dit de erfelijkheidsgraad beïnvloedt omdat er variatie door de leeftijd ontstaat, welke resulteert in een grotere error variantie en dus een verlaagde erfelijkheidsgraad. En onthoud, hoe dichter de erfelijkheidsgraad bij 1 is, des te beter representeert het fenotype de onderliggende genetische superioriteit. Later werd het management veranderd en daardoor werden alle konijnen op precies 3 maanden gewogen en daardoor verhoogde de erfelijkheidsgraad van 0,2 naar 0,4. Daardoor kunnen we beter de onderliggende genetische superioriteit voorspellen van het dier en daardoor neemt de EBV toe tot 0,4*0,3 = 0,12 kg.
Dus:
De EBV van de eigen prestatie kan worden geschat als: EBVmassa selectie = h2 * (P - Pgemiddeld) |