8.5: Fokwaardeschatting: Massa selectie
De meest makkelijke fokwaardeschatting is wanneer dieren geordend worden op hun eigen prestatie. Dit wordt ook wel massa selectie genoemd. Als we het fenotype (TBV + omgevingsinvloeden) op de x-as zouden plotten en het genotype (de TBV) op de y-as, dan zou de regressie coefficient tussen de twee gelijk zijn aan de erfelijkheidsgraad (cov(x,y) = cov(P,G) = cov(G+E,G) = cov(G,G)+cov(G,E) = var(G) + 0, dus b = cov(X,Y)/var(X) = var(G)/var(P) = h2). Dus als we de fenotypische superioriteit weten en we weten de erfelijkheidsgraad, dan zijn we klaar om de fokwaardes te schatten!
EBVmassa selectie = h2 * (P - Pgemiddeld)
Waar de P de eigen prestatie weergeeft, en P(gemiddeld) geeft de gemiddelde prestatie weer van de populatie. Bijvoorbeeld, als we naar konijnen kijken en dan naar de eigenschap lichaamsgewicht op 3 maanden, moeten we beginnen met het registreren van het lichaamsgewicht op die leeftijd. Het gemiddelde konijn in de populatie weegt dan 2,0 kg. Als we een konijn van 2,3 kg vinden, dan is zijn fenotypische superioriteit 2,3 – 2,0 = 0,3 kg. Laten we aannemen dat de erfelijkheidsgraad voor deze eigenschap 0,2 is. Dan is de EBV voor lichaamsgewicht voor dit konijn gelijk aan 0,2*0,3 = 0,06 kg. Let hierbij op dat de eenheid van de EBV altijd gelijk is aan de eenheid van het fenotype, in dit geval kg lichaamsgewicht.
We gaan door met het voorbeeld van de konijnen. Het bleek dat, hoewel verwacht werd dat de konijnen met 3 maanden gewogen werden, konijnen niet altijd op die vaste leeftijd gewogen werden. Door de vakantie en weekenden werden sommige dieren een beetje ouder of een beetje jonger gewogen. Je kunt je voorstellen dat dit de erfelijkheidsgraad beïnvloedt omdat er variatie door de leeftijd ontstaat, welke resulteert in een grotere error variantie en dus een verlaagde erfelijkheidsgraad. En onthoud, hoe dichter de erfelijkheidsgraad bij 1 is, des te beter representeert het fenotype de onderliggende genetische superioriteit. Later werd het management veranderd en daardoor werden alle konijnen op precies 3 maanden gewogen en daardoor verhoogde de erfelijkheidsgraad van 0,2 naar 0,4. Daardoor kunnen we beter de onderliggende genetische superioriteit voorspellen van het dier en daardoor neemt de EBV toe tot 0,4*0,3 = 0,12 kg.
Dus:
De EBV van de eigen prestatie kan worden geschat als: EBVmassa selectie = h2 * (P - Pgemiddeld)