Content Comparison

Het is heel belangrijk om fokprogramma’s niet alleen regelmatig te beoordelen Fokprogramma's moeten niet alleen worden beoordeeld op de gerealiseerde genetische vooruitgangverbetering, maar ook op de inteelttoenamemate van inteelt. Inteelt treedt op vindt plaats wanneer twee verwante dieren, die een additief additieve genetische relatie hebben groter dan die verschilt van nul, met elkaar worden gepaard worden. Hun nakomelingen zijn ingeteeld. Hun inteeltcoëfficiënt is En zoals we hebben gezien is de inteeltcoëfficiënt van een individu gelijk aan de helft van de additief additieve genetische relatie verwantschap van de ouders. Inteelt kan leiden tot het optreden de expressie van monogene recessieve erfelijke aandoeningen gebreken en tot de expressie van veel recessieve allelen met kleine effecten, die je meet als inteeltdepressie. Inteelt leidt tot homozygotie op een groot aantal loci en daarmee verdwijnen gunstige effecten van dominantie die kunnen optreden op heterozygote locizorgt op veel plaatsen voor homozygotie, waardoor gunstige dominantie-effecten verdwijnen. In dit opzicht is heeft inteelt het tegenovergestelde effect van kruising. Bij kruising Daar hebben we gezien dat het leidt kruising tot heterosis , speciaal voor leidt, vooral benut om de gezondheids- en vruchtbaarheidskenmerken. De signalen van inteeltdepressie zijn voor deze kenmerken ook meer uitgesproken. Voorbeelden van inteeltdepressie staan hieronder.

Image Removed

fitnesskenmerken te verbeteren.

Inteeltdepressie is uitgebreid gedocumenteerd voor landbouwhuisdieren en andere dieren- en plantenpopulaties. Over het algemeen wordt verwacht dat inteelt een sterker ongunstig effect heeft op fitnesskenmerken dan op andere kenmerken. Wanneer bijvoorbeeld bij het paren van volle broers en zussen of van ouders met nakomelingen van hondenrassen (in Nederland niet meer toegestaan na 1999!) werd een significante afname van de worpgrootte gevonden. Maar in een grote meta-analyse met verschillende diersoorten had inteelt een ongunstig effect op allerlei eigenschappen en er was geen bewijs voor een sterker effect op gezondheid- en fitnesskenmerken (bijvoorbeeld voortplantings-/overlevingskenmerken) dan op andere eigenschappen (bijvoorbeeld productie- of morfologische kenmerken).

...