14.6: Monitoring van populaties (2024)
Fokprogramma's moeten niet alleen worden beoordeeld op de gerealiseerde genetische verbetering, maar ook op de mate van inteelt. Inteelt vindt plaats wanneer verwante dieren, die een additieve genetische relatie hebben die verschilt van nul, worden gepaard. Hun nakomelingen zijn ingeteeld. En zoals we hebben gezien is de inteeltcoëfficiënt van een individu gelijk aan de helft van de additieve genetische verwantschap van de ouders. Inteelt kan leiden tot de expressie van monogene recessieve erfelijke gebreken en tot de expressie van veel recessieve allelen met kleine effecten, die je meet als inteeltdepressie. Inteelt zorgt op veel plaatsen voor homozygotie, waardoor gunstige dominantie-effecten verdwijnen. In dit opzicht heeft inteelt het tegenovergestelde effect van kruising. Daar hebben we gezien dat kruising tot heterosis leidt, vooral benut om de gezondheids- en fitnesskenmerken te verbeteren.
Inteeltdepressie is uitgebreid gedocumenteerd voor landbouwhuisdieren en andere dieren- en plantenpopulaties. Over het algemeen wordt verwacht dat inteelt een sterker ongunstig effect heeft op fitnesskenmerken dan op andere kenmerken. Wanneer bijvoorbeeld bij het paren van volle broers en zussen of van ouders met nakomelingen van hondenrassen (in Nederland niet meer toegestaan na 1999!) werd een significante afname van de worpgrootte gevonden. Maar in een grote meta-analyse met verschillende diersoorten had inteelt een ongunstig effect op allerlei eigenschappen en er was geen bewijs voor een sterker effect op gezondheid- en fitnesskenmerken (bijvoorbeeld voortplantings-/overlevingskenmerken) dan op andere eigenschappen (bijvoorbeeld productie- of morfologische kenmerken).