Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

Voorbeeld: Fokdoelen van het KWPN  (bron : Fokkerij; KWPN, http://www.kwpnKWPN.nl/ ) Definitie van het fokdoel

Het doel van het KWPN is het fokken van paarden , die kunnen presteren op het Grand Prix - niveau in de van dressuur - of springsport kunnen presterenspringen. Om dit doel te kunnen bereiken , moet een paard beschikken over een goede constitutiegoed exterieur, een functioneel en bij voorkeur ook aansprekend –  aantrekkelijk exterieur/uiterlijk, een correcte bewegingen én beweging en een meewerkend karakter.

Een goede constitutie spreekt voor zich: het trainen van een paard voor Grand Prix-niveau is een intensief en langdurig traject, waar jaren mee gemoeid zijn. Een paard dat vóór zijn achtste al debuteert, is een zeldzaamheid. Een goede constitutie, oftewel een gezonde lichamelijke gesteldheid is dan van groot belang. Hoe gezonder het paard, hoe groter de kans dat het uiteindelijke Grand Prix-niveau ook wordt bereikt en voor een langere periode wordt vastgehouden.

Om diezelfde reden, proberen we ook het exterieur, oftewel de bouw van een paard, zoveel mogelijk af te stemmen op de sportfunctionaliteit. Om nog beter tegemoet te komen aan de vraag van fokkers, eigenaren en ruiters, hanteert het KWPN binnen de fokrichting rijpaard sinds januari 2006 twee specialisaties, waarvoor het algemene fokdoel niet is veranderd maar wel is uitgebreid. De rijpaarden worden sindsdien geregistreerd en beoordeeld als dressuurpaard of als springpaard. De succeskansen van een paard dat op zijn taak is ‘gebouwd’, zijn nu eenmaal groter dan die van een soortgenoot met een bouw, die hem juist tegenwerkt. Vergelijkbare specifieke fokdoelstellingen zijn er ook voor de fokrichtingen tuigpaard en Gelders paard.

De derde succesfactor zijn de natuurlijke bewegingen: beschikt het paard over een correct bewegingsapparaat, dat het mogelijk maakt om zijn bewegingen met takt, ritme en balans uit te voeren en met voldoende kracht, souplesse en atletisch vermogen.

En ten slotte de meest ongrijpbare van al deze factoren: een meewerkend karakter. Een paard is namelijk geen voertuig, hulpmiddel of instrument, maar een atleet met een eigen karakter.

Met het oog op het intensieve en langdurige trainingstraject, is een teamgenoot, die ongecompliceerd in de omgang is, zich makkelijk laat rijden en bovendien intelligent en ijverig is, waarschijnlijk het belangrijkste criterium bij het streven naar het hoogst haalbare sportniveau.

Fokrichtingen

Sinds 2006 onderscheidt het KWPN vier fokrichtingen. De prettig karakter.

Sinds 2006 maakt het KWPN onderscheid tussen vier fokrichtingen. Rijpaarden, onderverdeeld in de disciplines dressuur en springen, vormen de grootste groep (85-90%) zijn de rijpaarden, die onderverdeeld zijn in de discipline dressuurpaard en springpaard. De andere twee fokrichtingen zijn het tuigpaard en het Gelders Gelderse paard. Hoewel iedere fokrichting haar eigen, Ook al heeft elke fokrichting zijn eigen aanvullende doelstellingen kent, worden álle alle paarden vallen in eerste instantie getoetst aan onder het algemene KWPN-fokdoel, dat gericht is zich richt op:

  • het fokken van een prestatiepaard, wedstrijdpaard dat op Grand Prix-niveau kan presteren;

  • met een constitutie die langdurige bruikbaarheid bevordertmogelijk maakt;

  • met een karakter dat de wil en mogelijkheid tot om te presteren ondersteunt en mensvriendelijk vriendelijk is tegenover mensen;

  • met een functioneel exterieur en een correct bewegingsmechanisme , ter ondersteuning van dat goede prestaties mogelijk maakt;

  • met een correct exterieur dat bij voorkeur aansprekend aantrekkelijk is, bezien vanuit ras, edelheid en kwaliteit.

 Specialisatie dressuurpaard

Voor de discipline dressuurpaarden beoogt het KWPN daarnaast het volgende fokdoel:

  • Het dressuurpaard heeft een langgelijnd, royaal, correct model met evenredige verhoudingen en uitstraling.

  • Het paard beweegt zich correct, lichtvoetig, in balans met souplesse, gedragenheid, met afdruk en een goede zelfhouding.

  • Het dressuurpaard is makkelijk in de omgang, laat zich makkelijk rijden, is intelligent en heeft een meewerkend, ijverig karakter.

 Specialisatie springpaard

Voor springpaarden stelt het KWPN zich ten doel:

  • Het springpaard heeft een langgelijnd, royaal, correct model met evenredige verhoudingen en uitstraling.

  • Het paard beweegt correct, in balans, met souplesse, gedragenheid en afdruk.

  • Het springpaard is makkelijk in de omgang, laat zich makkelijk rijden, is intelligent en heeft een meewerkend, ijverig karakter.

  • Het springpaard heeft moed en springt met snelle reflexen, is voorzichtig, heeft een goede techniek en beschikt over veel vermogen.

Specialisatie tuigpaard

Voor de tuigpaarden geldt het volgende:

  • Het KWPN-tuigpaard moet duurzaam in de hoogste klasse van het KNHS kunnen presteren.

  • Het tuigpaard heeft een langgelijnd, royaal, correct model met evenredige verhoudingen en uitstraling.

  • Het paard beweegt correct, in balans, met souplesse, gedragenheid en afdruk.

  • Het tuigpaard is makkelijk in de omgang, laat zich makkelijk rijden, is intelligent en heeft een meewerkend, ijverig karakter.

  • Het paard heeft een fiere houding in combinatie met specifieke drafkenmerken: een lang zweefmoment, een ruim wegzettend voorbeen met hoge actie en een krachtig ondertredend achterbeen.

Specialisatie Gelders paard

Het fokdoel van het Gelders paard is specifiek gericht op:

  • Een veelzijdig inzetbaar paard, dat zich zowel aangespannen als onder het zadel onderscheidt door een blij optreden en betrouwbaar, werkwillig karakter.

  • Het Gelders paard is evenredig gebouwd met een robuust lichaam en degelijk beenwerk.

  • Het paard beweegt correct, in balans, met souplesse, gedragenheid en afdruk.

  • Het Gelders paard toont in draf en galop een duidelijke knieheffing in het voorbeengebruik en een krachtig gebruik van het achterbeen met een goede buiging van het spronggewricht en veel gedragenheid.

  • Het Gelders paard springt met plezier en een goede techniek en is voorzichtig.samen met verfijning, adel en kwaliteit.

(Het fokdoel voor het Friese paard vindt u in hoofdstuk 12.3.1.1)