Generatie interval Het generatie interval geeft aan hoeveel jaar er gemiddeld tussen twee generaties zit. De genetische vooruitgang wordt bepaald voor een generatie. Het kan lijken dat je heel hard vooruit kunt gaan, maar als de generatie tien jaar duurt, dan is de vooruitgang per jaar maar klein. Om daar toch een idee van te krijgen, kun je de vooruitgang delen door het generatie interval. Je hebt dan de vooruitgang per jaar.
Het generatie interval wordt vooral bepaald door de voortplanting: op welke leeftijd is een dier geslachtsrijp en hoeveel jongen worden er per worp geproduceerd? Daarnaast is de levensduur van belang. Hoe vaak krijgt een dier nakomelingen? Maar het is ook belangrijk op welke leeftijd je de belangrijke selectiekenmerken kunt meten. Een maat voor het generatie interval is de gemiddelde leeftijd waarop een nakomeling geboren wordt. Hoe hoger het generatie interval, des te meer tijd het kost voordat selectie resultaat oplevert. Een kort generatie interval kan interessant zijn wanneer je snel het fokdoel wilt bereiken, maar meestal gaat dit ten koste van de nauwkeurigheid waarmee je de selectiecriteria kunt meten (het dier is nog niet oud genoeg). Bij de kip kun je een generatie interval van een jaar halen, bij het rund tussen de vier en vijf jaar, maar bij het paard gaat het in de richting van tien jaar. |