/
6.5. Invloed van het generatie interval

6.5. Invloed van het generatie interval

Generatie interval

Het generatie interval geeft aan hoeveel jaar er gemiddeld tussen twee generaties zit. De genetische vooruitgang wordt bepaald voor een generatie. Het kan lijken dat je heel hard vooruit kunt gaan, maar als de generatie tien jaar duurt, dan is de vooruitgang per jaar maar klein. Om daar toch een idee van te krijgen, kun je de vooruitgang delen door het generatie interval. Je hebt dan de vooruitgang per jaar.

Het generatie interval wordt vooral bepaald door de voortplanting: op welke leeftijd is een dier geslachtsrijp en hoeveel jongen worden er per worp geproduceerd? Daarnaast is de levensduur van belang. Hoe vaak krijgt een dier nakomelingen? Maar het is ook belangrijk op welke leeftijd je de belangrijke selectiekenmerken kunt meten. Een maat voor het generatie interval is de gemiddelde leeftijd waarop een nakomeling geboren wordt. Hoe hoger het generatie interval, des te meer tijd het kost voordat selectie resultaat oplevert. Een kort generatie interval kan interessant zijn wanneer je snel het fokdoel wilt bereiken, maar meestal gaat dit ten koste van de nauwkeurigheid waarmee je de selectiecriteria kunt meten (het dier is nog niet oud genoeg). Bij de kip kun je een generatie interval van een jaar halen, bij het rund tussen de vier en vijf jaar, maar bij het paard gaat het in de richting van tien jaar.


Bij een aantal diersoorten worden de beste dieren eerst ingezet in de sport. De minder goede dieren worden ingezet voor de fokkerij. De beste dieren komen dan vaak het laatst in de fokkerij terecht. Gevolgen zijn een lang generatie interval, maar ook minder respons. Fokken met minder goede dieren geeft immers minder goede nakomelingen. En de minder goede dieren hebben in dit geval meer kans op nakomelingen dan de beste dieren. Een duidelijk voorbeeld hiervan is te vinden bij de renpaarden. De allerbeste paarden worden het langst op de baan ingezet. Daar is op dat moment veel geld te verdienen. Bovendien bouwt een dier (vooral de hengst) op die manier een grote naam op, wat weer voor meer klandizie zorgt als de hengst dan eindelijk aan de dekdienst begint. Sommige hengsten lopen vele jaren op de baan en dekken vervolgens tot ze in de twintig zijn! Een generatie interval van een renpaardhengst ligt boven de tien jaar en dat van de merrie iets lager (die houden eerder op met racen). Dat wil dus zeggen dat het gemiddelde veulen geboren wordt als de vader ruim meer dan tien jaar oud is en de moeder ongeveer tien. Dat terwijl biologisch gezien de hengst vruchtbaar is vanaf ongeveer anderhalf of twee jaar en de merrie vanaf twee jaar. Voor de merrie is het beter om te wachten tot ze drie is omdat ze dan beter is uitgegroeid. Een generatie interval zou teruggebracht kunnen worden naar een jaar of zeven.

In het algemeen geldt dat grotere dieren langere generatie intervallen hebben omdat ze later volwassen zijn. Er zijn technieken om reproductie mogelijk te maken voordat de dieren reproductief zijn. Een voorbeeld daarvan is de ovum pick-up bij hele jonge koeien. Bij deze methode worden eicellen verzameld van dieren die nog niet geslachtsrijp zijn. Die eicellen worden vervolgens met in-vitrofertilisatie bevrucht en ingeplant bij een geschikte ontvangster. Op die manier kun je dus al nakomelingen krijgen van dieren voordat ze geslachtsrijp zijn. Dit is vrij extreem en niet op grote schaal en ook niet bij alle diersoorten toepasbaar.