...
De opbrengstmetingen van Grimme werken met behulp van weegcellen in de bunker. Door continue de bunker te wegen kan er worden bepaald hoeveel er gerooid wordt. Twee krachtopnemers zitten onder de bunker en in figuur 1 zijn deze getoond. Deze twee krachtopnemers, samen met de positie van de bunker (om het zwaartepunt te bepalen) en de GNSS coördinaten kan men de opbrengst van een perceel in kaart brengen. Bron:(Zadelhoff, 2012)
Figuur 1: Meetpunten bij de opbrengstmeting Grimme Bron:(Zadelhoff, 2012) |
Mogelijkheden YieldMasterPRO
...
Het YieldMasterPRO systeem bestaat uit een touch-screen kleurendisplay, hardware voor signaalverwerking, weegcellen en sensoren voor het meten van rij- en bandsnelheid. Een inpressie is weergegeven in figuur 2 met, van links naar rechts het display, band en sensoren. Daarnaast beschikt het systeem over een CAN bus aansluiting zodat gegevens ook voertuiggegevens als brandstofverbruik plaatsspecifiek kunnen worden vastgelegd. YieldMasterPRO is geschikt voor opbrengstmeting in gewassen als aardappelen, suikerbieten en ui.’’
Figuur 2: Imressie YieldMasterpro systeem. Bron:(Van den Borne LandbouwGPS, z.d.) |
De metingen worden automatisch gecorrigeerd voor de tijd die het product er over doet om vanaf het opnamepunt (rooigedeelte) tot aan het weeggedeelte (bunker- of wagenband) te komen. Samen met calibraties is het mogelijk om nauwkeurig de opbrengst plaatsspecifiek te bepalen. Een voorbeeld van een opbrengstkaart is te zien in figuur 3.
Figuur 3: Voorbeeld van een opbrengstkaart. Bron:(Van den Borne LandbouwGPS, z.d.) |
Werking
De opbrengstmetingen komen tot stand door middel van een aantal metingen:
- Krachtmeting;
- Toerenteller.
Figuur 4: Uitleg van de werking van het systeem. Bron:(Van den Borne Aardappelen, z.d.)
’’In figuur 4 staat bij A en B de krachtmeter afgebeeld. Aan de hand van dit punt wordt de kracht gemeten die op de rol komt, deze zit tussen de bunkerband gemonteerd. Dit wordt gemeten door het buigmoment A. Hier bevindt zich een elektrische plaat en door buiging geleid deze minder stroom waardoor het buigmoment bepaalt kan worden aan de hand van een ijk-curve.’’
’’Bij punt C worden de toeren/min gemeten die de rol draait. Dit vindt plaats aan de hand van een inductieve sensor die aan de hand van de drie boutkoppen de toeren van de rol meet. De meter wordt gemonteerd tussen de tussenband van de opvoerelevator naar de bunker. Dit wordt bij punt B weergegeven. Met deze gegevens kan er een opbrengstmeting plaatsvinden. Aan de hand van een GNSS-ontvanger wordt de locatie geregistreerd van de machine en sensoren registreren de opbrengst. De job-computer verwerkt de ruwe data die binnenkomen vanuit de sensoren en koppelt de opbrengsten aan de GNSS-locatie en het tijdstip. In de gebruikersterminal worden de data opgeslagen op een datacard en kan de gebruiker informatie toevoegen, zoals de naam van het perceel. De meetresultaten zijn meestal direct op een display in de cabine af te lezen.’’