Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

Akkerranden en bloemstroken kunnen soms ‘veronkruiden’. Ze kunnen dan een bron van onkruidzaad worden in het naastgelegen perceel. Ook bepaalde plantensoorten uit mengsels voor natuurlijke akkerranden kunnen in volgende jaren als onkruid in het perceel voorkomen. Een voorbeeld van zo’n soort is de gele goudsbloem. Het is belangrijk maatregelen te treffen die vermeerdering en verspeiding van onkruidzaden voorkomen. Denk hierbij aan het op tijd maaien van de randen, het kiezen van een geschikte soortensamenstelling en de keuze voor een- of meerjarige inzaai.

...

1.3       Groenbemesters

Groenbemesters kunnen onkruidbeheersing ten goede komen doordat ze onkruidgroei onderdrukken in de periode dat er geen gewas staat. Aan de andere kant vermindert een groenbemesterteelt de mogelijkheden om de onkruidzaadbank uit te putten. Afhankelijk van de omstandigheden op perceelsniveau (onkruiddruk, volggewas, bodemgesteldheid) kan een teler een afweging maken voor de keuze van een groenbemester. De twee belangrijkste eigenschappen van groenbemesters als hulpmiddel bij onkruidbeheersing zijn de snelheid van bodembedekking en het gemak waarmee een groenbemester afsterft of kan worden vernietigd.

...