Gebrek aan magnesium uit zich voornamelijk in bladverkleuringen in het midden of onderin de plant. Bij een sterke gewasgroei kan deze verkleuring ook worden gevonden vanaf ongeveer het vijfde blad onder de top van de scheut. Bladverkleuring uit zich in geelgroene banen tussen de nerven, die aansluiten aan de gele bladrand. De geelgroene banen worden in het groeiseizoen geel en tenslotte kunnen bruine en necrotische vlekken ontstaan. Bij sommige gewassen, onder andere Cotoneaster, Hibiscus en Spiraea werden 'gele' banen dwars over het blad aangetroffen, dus niet parallel aan de nerven. Bij Hypericum wordt het begin van magnesiumgebrek geconstateerd als bruine bladpunten aan het oudste blad. Het gehele blad verwelkt vanuit de bladpunten, waarbij de bladranden omkrullen. De bladeren die het ergst zijn aangetast vallen in de nazomer en de vroege herfst af. Magnesiumgebrek uit zich ook in een vroegere bladval. |