Versies vergeleken

Sleutel

  • Deze regel is toegevoegd.
  • Deze regel is verwijderd.
  • Formattering is gewijzigd.

...

In dit hoofdstuk gaan we in op de verschillende vormen van vegetatiedynamiek. De belangrijkste zijn fluctuatie

Orah tooltip
textfluctuatie = het optreden van onregelmatige, niet seizoensgebonden, zich vaak over meer jaren uitstrekkende schommelingen in de floristische samenstelling van een plantengemeenschap
idawpfxjstxqo
en successie
Orah tooltip
textfluctuatie = het optreden van onregelmatige, niet seizoensgebonden, zich vaak over meer jaren uitstrekkende schommelingen in de floristische samenstelling van een plantengemeenschap
idagevcs77y8t
. In het eerste geval gaat het om veranderingen in de loop van de tijd waarbij de vegetatie telkens weer terugkeert naar haar uitgangspositie. In het geval van successie is sprake van ontwikkelingen waarbij een plantengemeenschap ontstaat (op voordien onbegroeide bodem) of in een andere overgaat. Voor een uitvoerige beschouwing over dit onderwerp verwijzen we naar VVN H13 Vegetatiedynamiek. Voor een toelichting op de ecologische factoren en processen die ten grondslag liggen aan veranderingen in vegetatie verwijzen we naarVVN H2 Vegetatie als object van onderzoek.

...

Onder fluctuatie verstaan we onregelmatige schommelingen in de floristische samenstelling en/of biomassa van een plantengemeenschap voor zover die niet gebonden zijn aan de seizoenen. Een voorbeeld is het nagenoeg ontbreken van bepaalde paddenstoelen in de vegetatie in een jaar met droge zomer en herfst. Dit hangt weliswaar samen met de weersomstandigheden, maar is geen jaarlijks, elk seizoen terugkerende gebeurtenis. Schommelingen in floristische samenstelling die wel elk seizoen optreden worden samengevat onder de naam seizoenperiodiciteit, waarvoor een eigen onderzoeksgebied bestaat, de fenologie

Orah tooltip
textfenologie = de studie van het verloop van de levensuitingen van planten gedurende het seizoen; denk hierbij onder meer aan uitlopen, blad vormen, knop vormen, bloeien, vrucht vormen en blad laten afvallen
idh0o52j5ofe
.

...

Fenologie van de karakteristieke graslandsoorten op de Bemelerberg in 1979 (Hennekens & Schaminée 1980). Voor een beheerder kunnen dit type schema's handig zijn om te weten wanneer hij het beste kan maaien of met begrazing kan starten, bijvoorbeeld pas nadat bepaalde zeldzame soorten zaad hebben gevormd.

Anker
cyclischesuccessie
cyclischesuccessie

Fluctuaties zijn niet helemaal voorspelbaar, maar anders dan bij successie zijn de veranderingen wel reversibel. Na een strenge winter verlopen de schommelingen anders dan na een zachte winter, maar op een gegeven moment keert de beginsituatie terug. Aard en intensiteit van de schommelingen bij fluctuatie hangen samen met wisselende weerfactoren, maar ook met andere tijdelijke invloeden zoals het optreden van ziekten en plagen of van kortstondige veranderingen in het beheer. De schommelingen kunnen zich binnen één jaar afspelen of over meer jaren uitstrekken.

In principe spelen fluctuaties zich af binnen één plantengemeenschap; in het geval er in het proces meer gemeenschappen zijn betrokken, geven we er de voorkeur aan te spreken van cyclische successie

Orah tooltip
textcyclische successie = ontwikkeling van vegetatie waarbij latere stadia door een natuurlijk proces of door ingrijpen van de mens terug worden gezet naar een jong stadium; voorbeelden zijn het verjongen van heide als gevolg van brand of ten gevolge van het afsterven van oude struiken, of het open vallen van een bos door storm
idmenlxiyjm9p
. De vraag of we te maken hebben met fluctuaties dan wel met cyclische successie is ook een kwestie van schaal. Zo kunnen mierennesten van sterke invloed zijn op de ontwikkeling van graslandplanten. Een soort als Grote tijm (Thymus pulegioides) kan zich op den duur in een gesloten grasland alleen handhaven als ze kan ontkiemen op omgewoelde grond, in dit geval dus op mierenbulten. Omdat de mierenbulten zelf een cyclus doormaken van onbegroeide, naar buiten gewerkte grond via een half en heel begroeide bult naar verval van de bult, kunnen de tijmplanten alleen ontkiemen in de eerste jaren van zo’n cyclus. In het grasland als geheel hebben deze veranderingen het karakter van een fluctuatie, maar vanuit de mierenbulten bezien is sprake van cyclische successie.

...

Ter illustratie beschrijven we hier beknopt de ontwikkeling van de vegetatie in een natte en vochtige duinvallei (hygroserie en mesoserie). Zulke valleien kunnen ontstaan in achterduinse strandvlakten die geleidelijk geïsoleerd raken van de invloed van de zee (primaire duinvalleien), maar ze kunnen ook ontstaan in dynamische duinsystemen waar zand wordt weggeblazen tot op het niveau van het grondwater (secundaire duinvalleien). Onder verschillende omstandigheden verschillen de beginsituaties met de daarbij behorende pionierbegroeiingen, maar overal vormen zich op een bepaald moment soortenrijke zeggenbegroeiingen (zie de Afbeelding hieronder) en op den duur kustheiden, struwelen en uiteindelijk duinberkenbos (Westhoff & Van Oosten 1991).

Image RemovedImage Added

Image RemovedImage Added

Successiediagram in duinvalleien in de kalkarme duinen (boven; uit: Aggenbach & Jalink 2001) en in de kalkrijke duinen, bezien vanuit de de Knopbies-associatie (Junco baltici-Schoenetum nigricantis) (onder; uit: SynBioSys Nederland). In de kalkarme duinen leidt de successie uiteindelijk richting wilgenbos of heide. In de kalkrijke duinen zal, zonder enige vorm van beheer of natuurlijke begrazing, de Knopbies-associatiezich ontwikkelen tot een wilgenstruweel (Salicetum cinereae) of - bij verdroging - tot een struweel met Duindoorn en Kruipwilg (Hippophao-Ligustretum), of - bij lichte verzuring - tot een vochtig Kruipwilg-struweel (Pyrolo-Salicetum). Met begrazing kan een ontwikkeling plaatsvinden naar kalkrijk of heischraal duingrasland (respectievelijk Taraxaco-Galietum veri en Botrichio-Polygaletum).

Successie verloopt veelal discontinu. Een min of meer stabiele toestand in een successiereeks, die dus tijdelijk aan weinig verandering onderhevig is, noemt met een stadium. Een dergelijk stadium kan in veel gevallen als een eigen associatie worden beschouwd, gekenmerkt door een unieke soortensamenstelling. In het voorbeeld van de ontwikkeling van duinvalleien begint de successie op de plaatkwelders met een door Kwelderzegge (Carex extensa) gedomineerde begroeiing, die is beschreven als de Kwelderzegge-Associatie (Junco-Caricetum extensae). Op achterduinse strandvlakten zijn onder andere Strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale) en Sierlijke vetmuur (Sagina nodosa) opvallende soorten, die samen de naamgevers zijn van de Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia (Centaurio-Saginetum). 

Image RemovedImage Added

Sierlijke vetmuur (Sagina nodosa), hier samen met Fioringras (Agrostis stolonifera) op een achterduinse strandvlakte (Foto: Joop Schaminée).

Begrippenlijst

fluctuatiehet optreden van onregelmatige, niet seizoensgebonden, zich vaak over meer jaren uitstrekkende schommelingen in de floristische samenstelling van een plantengemeenschap

successie proces van opeenvolging van verschillende plantengemeenschappen op een bepaalde plaats in de loop der tijd; een successiereeks wordt ook wel ontwikkelingsreeks genoemd

fenologie de studie van het verloop van de levensuitingen van planten gedurende het seizoen; denk hierbij onder meer aan uitlopen, blad vormen, knop vormen, bloeien, vrucht vormen en blad laten afvallen

cyclische successie ontwikkeling van vegetatie waarbij latere stadia door een natuurlijk proces of door ingrijpen van de mens terug worden gezet naar een jong stadium; voorbeelden zijn het verjongen van heide als gevolg van brand of ten gevolge van het afsterven van oude struiken, of het open vallen van een bos door storm

Verdieping

Schaminée, J.H.J., A.H.F. Stortelder & A.P. Grootjans (1995). Vegetatie als object van onderzoek. In: J.H.J. Schaminée et al. (red.), De Vegetatie van Nederland 1. Inleiding tot de plantensociologie: grondslagen, methoden en toepassingen. Opulus, Uppsala/Leiden, pg.15-32.

...