Opname 3 is een lastigere situatie dan de vorige twee opnamen. De soorten zijn in de tabel iets anders gepresenteerd, waarbij de kopjes boven de groepen de relevante informatie geven. Opnieuw zijn de tabellen uit De Vegetatie van Nederland gebruikt voor een eerste toedeling.
...
In eerste instantie lijkt het te gaan om een grasland uit de klasse r16 Molinio-Arrhenatheretea, waarbij de soorten vooral op het Glanshaververbond r16Bb Arrhenatherion elatioris duiden, een grasland van vrij droge omstandigheden. Hierbij past echter niet het voorkomen met een heel hoge bedekking (3, oftewel 25-50%) van Zeegroene rus (Juncus inflexus). Bovendien zijn er meer soorten die op wat nattere omstandigheden duiden, namelijk op het Zilverschoonverbond r12Ba Lolio-Potentillion anserinae. Om deze reden zijn de tabellen van de verbonden r16Bb en r12Ba in SynBioSys naast elkaar geplaatst en bekeken. In de figuur hieronder is een klein deel van de tabellen uit SynBioSys weergegeven.
...
Opmerkelijk is dat kensoorten van de associaties uit de verbonden r12Ba en r16Bb in de opname niet of nauwelijks voorkomen. AlleenGroot streepzaad (Crepis biennis) geldt als kensoort van de Glanshaverassociatie r16Bb1 Arrhenatheretum elatioris. Toedeling op associatieniveau is dus niet goed mogelijk, en bovendien wijkt de totale soortensamenstelling af, door de soorten die in de richting van klasse 12 wijzen.
...