Allelen kunnen door toeval uit een populatie raken. Een reden voor allelverlies kan zijn dat niet alle dieren uit de populatie voor nakomelingen zorgen, onafhankelijk van selectiebeslissingen, omdat dieren die we voor de fokkerij selecteren soms toch niet voor nakomelingen zorgen. Sommige kunnen onverwacht dood gaan of sommige worden nooit gepaard (bijv. in honden en paarden als de eigenaren van genetisch superieure dieren geen interesse hebben in fokkerij). Gevolgen van het niet produceren van nakomelingen ondanks dat de dieren hiervoor geselecteerd zijn, beïnvloedt de allelfrequentie in de volgende generatie en allelen die aanwezig zijn in lage frequenties kunnen zo uit een populatie verdwijnen.
| Onderliggende pagina's (weergave met onderliggende items) |
|---|