Welke technieken
...
Bij de teelt van mais kan gebruik worden gemaakt van een eg, schoffel, vingerwieder, torsiewierder en aanaarder. Het eggen van een maisperceel kan vrij aggressief en op hoge snelheid gedaan worden mits de eg boven de zaaidiepte staat ingesteld. Als de maisplanten net boven het maaiveld uitsteken, in spijkerstadium, kan nog steeds met 12 km per uur gereden worden tijdens het eggen. Na opkomst zijn de plantjes echter wel kwetsbaar voor eggen. Om mogelijke gewasschade te voorkomen is het daarom beter om te wachten tot de mais zich in het 2e bladstadium bevindt. Met de vinger- en torsiewieder kunnen daarna de kleinere onkruiden worden bestreden. Voor de grotere onkruiden kan tot slot aanaardend geschoffeld worden.
Wanneer
...
Mais kan voor opkomst en na opkomst twee keer geegd worden en daarna kan het geschoffeld worden. Als geëgd worden. Het eggen na opkomst kan het beste plaatsvinden tussen het 2e en 5e bladstadium. Bij grotere onkruiden en wortelonkruiden kan de schoffel ingezet worden. Op het moment dat de maisplanten 6 tot 8 cm groot zijn kunnen de vingerwieder en torsiewieder ingezet worden. Na 5 weken tot een bodembedekking van 60%, kan aanaardend geschoffeld worden. Het is belangrijk om de mais sterk aan te aarden. Tot aan de oogst kunnen onkruiden met de hand verwijderd worden of worden afgemaaid.
Welke instellingen