...
Uitvouwen | ||
---|---|---|
| ||
Een infectieziekten die van dier naar mens overgaat wordt zoönose genoemd. Zoönotische ziekteverwekkers kunnen virussen, bacteriën en één-, en meercellige organismen zijn. Deze ziekteverwekkers kunnen verschijnselen bij dieren veroorzaken, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Vaak is een dier de drager (vector) waarmee het uiteindelijk bij de mens terecht komt. De overdrachtsroute naar de plant gaat vaak via dierlijke mest en/ of beregeningswater. De plant is een tussenstation (tweede vector) waarna overdracht naar de mens plaats vindt. Het wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak gesuggereerd dat planten alternatieve habitats zijn voor (zoönotische) pathogenen. Als zodanig zou een infectieziekte die via planten naar de mens wordt overgedragen aangemerkt kunnen worden als ‘fytonose’. Planten als tweede habitat voor ziekteverwekkers bij dieren is ecologisch relevant bij grazende herbivoren. Via hun ontlasting komen ziekteverwekkers terecht op planten die vervolgens weer begraasd wordt door andere herbivoren, waarmee de ziekteverwekkers zich kunnen verspreiden over een grote diversiteit van grazers. Meer informatie over zoönoses kan worden gevonden op webpagina’s van het RIVM (https://www.rivm.nl/zoonosen ), NVWA (https://www.nvwa.nl/onderwerpen/dierziekten/zoonosen ) en WUR (https://www.wur.nl/nl/onderzoek-resultaten/onderzoeksinstituten/bioveterinary-research/uitgelicht/zoonosen/besmettingsroutes.htm ). |