Wat biologische landbouw is wordt bepaald in Europese wetgeving. Dat betekent dat de garantie op biologisch in alle EU-landen dezelfde is, dat biologische producenten in de hele EU onder gelijke voorwaarden concurreren en dat consumenten in de EU overal dezelfde garanties hebben dat biologische producten ook echt biologisch zijn. Meer informatie op de website van skal over Europese wet- en regelgeving
De ‘basiswet’ is de EG-verordening Nr. 834/2007 van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten. Meer informatie is te vinden in het docuement Wetgeving Verordening EG nr.-834-2007
In deze Verordening wordt vastgelegd
- wat biologische landbouw is: doelstellingen en beginselen van biologische productie;
- specifieke beginselen (principes) voor de landbouw, voor de productie van diervoeders en voor de verwerking van biologische producten;
- productievoorschriften, dus de vereisten waaraan biologische bedrijfsvoering moet voldoen. Er zijn algemene productievoorschriften (waaronder het verbod op gebruik van genetisch gemanipuleerde gewassen) en specifieke productievoorschriften voor de landbouw (plantaardig, veehouderij en voor speciale bedrijfstakken zoals zeewier);
- Toelatingscriteria voor hulpstoffen voor de landbouw (zoals meststoffen);
- De eisen aan de omschakeling naar biologisch;
- Eisen aan de productie en verwerking van diervoeders;
- Voorschriften voor de verwerking van biologische producten en daarbij toegestane hulpstoffen;
- Etikettering en logo: overal in de EU hetzelfde, met gebruik van het zelfde logo (het ‘groene blaadje’);
- Het controlesysteem; ieder land moet dit zelf regelen, door daarvoor een instantie bevoegdheid te geven;
- Uitgangspunten voor maatregelen en sancties bij overtredingen;
- Regels voor het handelsverkeer met niet-EU-landen, import en export van biologische producten;
- De punten die de Europese Commissie in Uitvoeringsbepalingen nader moet regelen.
Deze Uitvoeringsbepalingen zijn opgenomen in de EG-Verordening Nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008. Deze bevat 9 bijlagen met bepalingen over specifieke onderwerpen. Belangrijke voorbeelden zijn de nadere bepalingen over de huisvesting van landbouwhuisdieren en die over het maximum aantal dieren per hectare. Door deze regels is het dierenwelzijn op biologische bedrijven beter gewaarborgd, en voldoen alle biologische dierlijke producten aan de drie sterren ‘beter leven’ (zie verder paragraaf 5.3).
Tot slot is er nog een aparte verordening over de import van biologische producten uit niet-EU-landen, Nr. 1235/2008 van 8 december 2008.
Het is de bedoeling dat de huidige Europese Verordening op termijn wordt vervangen door een nieuwe. Hierover is ruim 3,5 jaar lang onderhandeld, maar in november 2017 is overeenstemming bereikt tussen de Commissie, het Europees Parlement en de landen (Europese Raad). Volgens plan treedt de nieuwe verordening in werking in 2021. Voor die datum is nog uitwerking in Uitvoeringsbepalingen nodig voordat de nieuwe Verordening in werking treedt.
Nederlandse toepassing, certificering en controle door SKAL
De EU-verordening werkt doordat zij is opgenomen in Nederlandse wet- en regelging. Dat geschiedt bij en krachtens de Landbouwkwaliteitswet van 1971. In de andere EU-landen is de verordening ook in nationale wetgeving vertaald en daardoor verbindend gemaakt.
Feitelijk bevat de Nederlandse wet- en regelgeving weinig aanvullende voorschriften voor wat biologische landbouw is en aan welke eisen deze moet voldoen: de bepalingen in de EU-verordening werken dus direct voor Nederland. Nadere regelingen zijn opgenomen in de Landbouwkwaliteitsregeling van 2007. Ook enige andere wetten en Besluiten, zoals de Wet houders van dieren van 2011, bevatten nadere regels.
De Europese regels bepalen dat ieder land de instantie(s) moet aanwijzen die de certificering als biologisch en de controle daarop uitvoert. De Nederlandse overheid heeft hiervoor de Stichting Skal Biocontrole aangewezen in het Landbouwkwaliteitsbesluit van 2007. De Landbouwkwaliteitsregeling werkt de certificering en controle verder uit. http://www.skal.nl/wet-en-regelgeving/nederlands/
De stichting Skal heeft een aantal eigen reglementen die gevolgen hebben voor biologische bedrijven en voor omschakelaars. Een belangrijke is de regeling voor de certificatie en de normen daarbij. http://www.skal.nl/wet-en-regelgeving/skal/
De EU-verordeningen, nadere Nederlandse regels, de SKAL-reglementen en de gegroeide praktijk van toepassing en controle vormen tezamen de regels waaraan biologische productie moet voldoen, soms heel gedetailleerd. De meeste van die regels zijn heel begrijpelijk vanuit de principes van biologische landbouw. Andere hangen samen met de uitgangspunten van de EU zoals een open markt voor biologische producten en consumentenbescherming. Daarnaast gelden alle regels die ook voor de gangbare landbouw gelden (tenzij daarin een uitzondering is gemaakt voor biologisch). Alles bij elkaar nogal wat regels die een biologisch ondernemer moet kennen en (willen) toepassen.
Wie biologisch wil werken moet goed op de hoogte zijn van deze regelgeving, maar deze vooral invullen vanuit een goed begrip van wat we met biologische landbouw willen, en welke principes daarbij gelden. Alleen maar ‘voldoen aan de regeltjes’ (liefst op het randje) levert uiteindelijk geen bevredigende bedrijfsvoering op, en geen biologische landbouw die echt een aantrekkelijk alternatief biedt voor de gangbare. De regels drukken in feite de beperkingen uit die er zijn als we met de landbouw en voedselproductie binnen aanvaardbare ecologische grenzen willen blijven. Wie dat begrijpt en aanvaardt ziet de regels niet als beperking maar als uitdaging. Niet voor niets hebben veel biologische bedrijven zich ontwikkeld tot geavanceerde en innovatieve bedrijven !