/
5. Regelgeving, certificatie, omschakeling

5. Regelgeving, certificatie, omschakeling

Wat biologische landbouw is wordt bepaald door de principes ervan en door de keuzes die de biologisch werkende ondernemers maken (zie daarvoor hoofdstuk 1), er gelden wel regels waarbinnen zij hun keuzes kunnen maken. Wat biologische landbouw ten minste is wordt ook bepaald door wet- en regelgeving. Die bepaalt wat je minimaal moet doen om biologisch te werken en wat je zeker niet mag doen (daarover vind je heel veel in de hoofdstukken 3 en 4). Die bepaalt ook dat je moet kunnen bewijzen dat je binnen de regels voor biologisch werkt: een biologisch bedrijf moet gecertificeerd zijn om zijn product als 'biologisch' te mogen aanbieden. Dat product moet met een keurmerk herkenbaar zijn. Alleen wat aan deze hele set van regels voldoet mag 'biologisch' heten. Daar is ook controle op.

Dat geldt niet alleen voor de biologische landbouw, dus de primaire productie. Om te kunnen garanderen dat het product dat de consument uiteindelijk koopt ook echt biologisch is moeten alle schakels in de keten ‘van zaadje tot karbonaatje’ gegarandeerd biologisch zijn. Daarom zijn er ook regels voor verwerking, transport en handel (retail). Ieder bedrijf in de keten moet dus biologisch gecertificeerd zijn, van de leverancier van uitgangsmaterialen en de teler/veehouder (primaire bedrijven), de verwerker, de vervoerder, de groothandel tot de retailer (winkel, supermarkt). Ook de verplaatsing van producten tussen de schakels in de keten moet aan voorwaarden voldoen.

Waarom is dit zo strak geregeld ? Daar zijn goede redenen voor:

  • Consumentenbescherming: een consument die kiest voor biologisch moet zeker kunnen weten dat het product dat hij/zij koopt ook echt biologisch is geproduceerd. Dat is broodnodig voor de biologische markt: de consument betaalt een hogere prijs en moet er dus van op aan kunnen dat het product echt bio is;

  • Marktordening, gelijke concurrentie: biologische bedrijven werken met andere, deels zwaardere, spelregels dan gangbare. De certificatie beschermt de biologische bedrijven tegen concurrentie door de gangbare bedrijven, die immers goedkoper kunnen produceren. Certificatie zorgt ook voor open en eerlijke concurrentie tussen de biologische bedrijven, op Europese schaal;

  • Fraudegevoeligheid: omdat voor biologische producten meer wordt betaald dan voor gangbare, en biologische productie meestal iets meer kost dan gangbaar, is er het risico van fraude. Fraude kan bij voorbeeld zijn: gangbare producten als biologisch verkopen voor de hogere bio-prijs, of de regels voor biologische bedrijfsvoering iets te ruim opvatten om die hogere prijs tegen lagere kosten binnen te halen. Controle op gecertificeerde bedrijven beperkt het risico van fraude, en zorgt ervoor dat consumenten blijven vertrouwen in biologische producten.

In dit hoofdstuk leren we over de regels voor biologisch, de certificatie als biologisch bedrijf en het biologisch keurmerk (naast andere keurmerken). Ook leer je over de regels voor de hele keten. Tot slot komt de omschakeling van gangbaar naar biologisch aan bod.





Related content

5.4. Biologisch keurmerk tussen andere certificaten
5.4. Biologisch keurmerk tussen andere certificaten
More like this
5.5. Regels voor omschakeling
5.5. Regels voor omschakeling
More like this
6.2. Ontwikkeling biologisch: aanbod - vraag
6.2. Ontwikkeling biologisch: aanbod - vraag
Read with this
5.2. Regelgeving: hele keten biologisch
5.2. Regelgeving: hele keten biologisch
More like this
6.4. Perspectief
Read with this
6. Bedrijf, keten, markt
6. Bedrijf, keten, markt
More like this