Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 2 Volgende »

  • Pagina:
    Bietenmoeheid - wit bietencysteaaltje — Bij het witte bietencysteaaltje blijven planten pleksgewijs achter in groei.Vanaf het zesbladstadium kunnen planten wegvallen. Door aantasting van het wortelstelsel vermindert de opname van water.
  • Pagina:
    Koolzaadaardvlo — De koolzaadaardvlo is een kevertje met een lengte van ongeveer 4 mm, metaalachtig blauwgroen van kleur met een roodbruine kop.
  • Pagina:
    Koolzaadgalmug — Hauwen waarin door de koolzaadgalmug van aangetaste planten verkleuren geel-groen en zwellen op.
  • Pagina:
    Koolzaadglanskever — De koolzaadglanskever is een 2 mm groot metaalglanzend kevertje met een lange snuit.
  • Pagina:
    Koolzaadsnuitkever — Koolzaadsnuitkevers zijn 2 tot 3 mm lange, zwartgrijze snuitkevertjes. Ze boren met hun snuit gaatjes in hauwtjes van koolzaadplanten en leggen daar een eitje in.
  • Pagina:
    Naaktslakken — Er zijn verschillende naaktslakken. Slakkenvraat is herkenbaar aan de rafelige, onregelmatige gaten in het blad vaak met een slijmspoor. Vaak blijven de nerven intact.
  • Pagina:
    Sclerotienrot - rattenkeutelziekte - koolzaad — Sclerotinia aantasting herken je aan gele planten in het gewas.
  • Pagina:
    Spikkelziekte — De symptomen van spikkelziekte zijn bruine, ronde vlekken op de bladeren met een gelige tot rode ring.
  • Geen labels