De zoogkoeiensector is in het project Duurzaam Vlees, Natuurlijk! in beeld gebracht middels een literatuuronderzoek en interviews met enkele belangrijke stakeholders in deze sector in 2020.
De zoogkoeiensector is een interessante vleesveesector omdat deze sector geassocieerd wordt met natuurbeheer. Zoogkoeien worden niet voor de melkproductie gehouden maar kunnen in principe op natuurlijke graslanden gehouden worden zonder bijvoeding. De kalveren blijven voor een geruime tijd bij hun moeder en worden meestal op ongeveer anderhalf jarige leeftijd geslacht. Het systeem oogt dus als een natuurlijk en diervriendelijk systeem. We gaan bekijken in welke mate deze sector duurzaam is en welke stappen tot verduurzaming deze sector nog kan zetten.
Deelsectoren in de rundvleessector
Voor we het over verduurzaming van specifiek de zoogkoeienhouderij gaan hebben is het belangrijk eerst te bekijken waar de zoogkoeienhouderij binnen de Nederlandse rundveehouderij staat. In Nederland zijn er ruwweg vier bedrijfssystemen die vlees produceren: melkveehouderij, vleeskalverenhouderij, vleesstierenhouderij en zoogkoeienhouderij.
Vlees uit de melkveehouderij en vleeskalverenhouderij
Vleeskalveren zijn afkomstig van melkveehouderijen, dit zijn de stierkalveren en een deel van de vaarskalveren die niet als nieuwe aanwas gehouden worden. Ze worden op gespecialiseerde bedrijven gehouden en meestal geslacht op ongeveer 250 kg gewicht. De melkkoeien die melkveebedrijven verkopen omdat ze vervangen worden door nieuwe aanwas worden soms afgemest, maar meestal direct geslacht.
Vlees uit de vleesveehouderij
Naast de melkveehouderij is er aanwas in de vleesveehouderij. Daarin worden de dieren niet voor melkproductie gehouden, maar worden rassen gebruikt die speciaal op vleesproductie gefokt zijn; de vleesrassen. De zoogkoeienhouderij maakt gebruik van deze vleesrassen en levert vlees van jongvee en koeien. Daarnaast is er de vleesstierenhouderij waar stierkalveren vanuit de zoogkoeienhouderij afgemest worden, maar ook geïmporteerde dieren – veelal uit België en Frankrijk.
Productieketen
Als een kalf of rund verkocht wordt, kan het eerst nog op een ander bedrijf afgemest worden. Daarna zal het geslacht worden, waarna het karkas of de karkasdelen verwerkt worden. Vaak wordt het vlees dan eerst gerijpt en daarna versneden. Mogelijk wordt het daarna nog verder verwerkt in vleesproducten voordat het bij slagers of in de horeca aan de consument verkocht wordt. In dit proces ontstaan diverse restproducten, zoals beenderen, huid en orgaanvlees. Dit wordt allemaal met zorg verwerkt. Veel kan weer elders tot waarde gebracht worden.
Het duurzame verdienmodel
Of vlees uit de zoogkoeiensector voldoende duurzaam geproduceerd wordt, is een niet eenvoudig te beantwoorden vraag. Het is maar net waaraan je dat wilt afmeten. We focussen ons hier op de aspecten dierenwelzijn, milieu-impact en duurzaam ondernemerschap.
Dierenwelzijn
Op dierenwelzijn scoort de sector goed omdat kalveren minimaal drie maanden bij hun moeder zogen en dieren veelal alleen weiden. Er zijn wel een aantal aandachtspunten, zoals het hoge aantal keizersneden bij een aantal vleesrassen. Daarnaast moeten veehouders natuurlijk zorg dragen voor een goede gezondheidszorg en het voldoen aan de welzijnsnormen met betrekking tot de huisvesting.