Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 2 Volgende »

Natuurlijke selectie vindt niet alleen in natuurlijke populaties plaats. Het is selectie die niet door de mens bepaald wordt. Natuurlijke selectie heeft invloed op allelen die bijdragen aan het succes van overleven en voortplanten, ook wel fitness genoemd. Bijvoorbeeld dieren die een verminderde kans op overleving tot een bepaalde leeftijd hebben, hebben een lagere fitness (voordeel door natuurlijke selectie) dan dieren die erg fit en gezond zijn en wel tot een hoge leeftijd overleven. Ook dieren die zich minder voortplanten hebben een lagere fitness dan dieren die erg vruchtbaar zijn. In gedomesticeerde diersoorten zijn de omstandigheden waarin ze leven min of meer gecontroleerd. Daardoor is het beter kunnen doorstaan van honger bijvoorbeeld een minder belangrijk kenmerk dan in natuurlijke populaties. Toch heeft natuurlijke selectie ook invloed op gedomesticeerde soorten. De omgeving waarin een dier gehouden wordt, vereist enige vorm van adaptatie (aanpassing) van het dier. Bijvoorbeeld, dieren die binnen worden gehouden, moeten kunnen leven met minder zonlicht, en dieren die buiten worden gehouden moeten beter om kunnen gaan met de variatie in het weer en een mogelijk grotere infectiedruk. Als je niet in staat bent om te gaan met een bepaalde omgeving heb je een lagere fitness. Als de geselecteerde dieren hulp nodig hebben bij het drachtig worden en ze krijgen dit ook, dan werkt dat tegen het mechanisme van natuurlijke selectie op vruchtbaarheid.

Dus:

Zowel kunstmatige als natuurlijke selectie geeft een voorkeur voor sommige allelen, wat resulteert in een toename van homozygositeit en dus een verminderde genetische diversiteit.

Een uitzondering geldt waar de heterozygote dieren de voorkeur hebben, dat zorgt selectie voor een gelijke of toenemende genetische diversiteit.

  • Geen labels