Heterosis is een van de redenen om rassen of lijnen te kruisen. De effecten van dominantie worden gezien in alle diersoorten en het kan geconcludeerd worden dat de effecten van heterosis groter zijn voor eigenschappen met een lage erfelijkheidsgraad. Heterosis is vaak goed zichtbaar bij eigenschappen als vruchtbaarheid en gezondheid welke niet gemakkelijk verbeterd kunnen worden door selectie vanwege hun lage erfelijkheidsgraad. Dus, de verbetering van gezondheid en vruchtbaarheid is vaak een belangrijke motivatie om kruisingen uit te voeren. In Nieuw Zeeland is de kruising tussen Jersey en Holstein koeien erg bekend en sinds 2000 wordt het kruisen van melkveerassen veel toegepast in Noord Amerika en West Europa. Deze kruisingen worden toegepast om de vruchtbaarheid en gezondheid van koeien te verbeteren. Deze eigenschappen kunnen nauwelijks worden verbeterd door te fokken binnen een ras met een hoge melkproductie. Deens onderzoek laat zien dat in een kruising van verschillende melkveerassen de heterosis gebruikt kan worden om eigenschappen te verbeteren die met robuustheid en winstgevendheid te maken hebben (zie onderstaande tabel).
Referentie: Crossbreeding in dairy cattle: A Danish perpective. Sorenson, M.K. et al, 2008. Journal of Dairy Science, Vol 91 (11), pp. 4116-4128
De tweede reden om rassen te kruisen is om de complementariteit van rassen of lijnen te verkrijgen: het combineren van eigenschappen van twee rassen of lijnen heeft een gunstig effect. Een voorbeeld is de kruising van zeugen van een ras met grote tomen met een beer van een ras dat snel groeit tot slachtgewicht. De kruising leidt tot meer varkens per toom die snel groeien. Dit geeft een hogere winst dan wanneer je raszuivere zeugen met dezelfde toomgrootte maar een langzamere groei houdt of een zeug met kleine tomen met snelgroeiende biggen.
De derde reden is dat kruisingen eigenschappen combineren die niet makkelijk in een zuiver ras behaald kunnen worden. Een voorbeeld is de groei van mager vlees en vleeskwaliteit in varkens. Deze eigenschappen zijn binnen rassen negatief gecorreleerd: dieren met meer mager vlees hebben vaak vlees van slechtere kwaliteit en omgekeerd. Genen die de groei van mager vlees beïnvloeden werken ook op vleeskwaliteit, maar ze hebben het tegenovergesteld effect.
De laatste reden om rassen te kruisen is de bescherming van de genetische vooruitgang in selectie lijnen door commerciële fokbedrijven. Zij investeren veel in het onderhouden van dieren, eigenschappen registreren etc. Door alleen kruislingen te verkopen aan boeren voorkomen ze dat concurrenten hun eigen zuivere dieren kunnen gebruiken voor de fokkerij. Daarbij komt ook nog eens dat het verkopen van kruislingen aan boeren zorgt voor inkomen van de organisatie.