Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 15 Volgende »

Deelsectoren in de rundvleessector

In Nederland zijn er ruwweg vier bedrijfssystemen die vlees produceren: melkveehouderij, vleeskalverenhouderij, vleesstierenhouderij en zoogkoeienhouderij. 

Vlees uit de melkveehouderij en vleeskalverenhouderij

Vleeskalveren zijn afkomstig van melkveehouderijen, dit zijn de stierkalveren en een deel van de vaarskalveren die niet als nieuwe aanwas gehouden worden. Ze worden op gespecialiseerde bedrijven gehouden en meestal geslacht op ongeveer 250 kg gewicht. De melkkoeien die melkveebedrijven verkopen omdat ze vervangen worden door nieuwe aanwas worden soms afgemest, maar meestal direct geslacht.

Vlees uit de vleesveehouderij

Naast de melkveehouderij is er aanwas in de vleesveehouderij. Daarin worden de dieren niet voor melkproductie gehouden, maar worden rassen gebruikt die speciaal op vleesproductie gefokt zijn; de vleesrassen. De zoogkoeienhouderij maakt gebruik van deze vleesrassen en levert vlees van jongvee en koeien. Daarnaast is er de vleesstierenhouderij waar stierkalveren vanuit de zoogkoeienhouderij afgemest worden, maar ook geïmporteerde dieren – veelal uit België en Frankrijk.

Vlees uit de zoogkoeiensector

De zoogkoeiensector is een interessante vleesveesector omdat deze sector geassocieerd wordt met natuurbeheer. Zoogkoeien worden niet voor de melkproductie gehouden, maar kunnen in principe op natuurlijke graslanden gehouden worden zonder bijvoeding. De kalveren blijven voor een geruime tijd bij hun moeder en worden meestal op ongeveer anderhalf jarige leeftijd geslacht. 

Algemeen

De vleesveesector is divers in type bedrijven, runderrassen en afzetkanalen. Het is een relatief kleine sector met een grote range in bedrijfsomvang. Veel vleesveehouders vallen in de categorie hobbymatig, d.w.z. weinig dieren. In Nederland zijn er 11 erkende vleesveerassen, die allemaal hun eigen rasstamboek hebben, die weer verenigd zijn in een federatie. De rassen Verbeterd Roodbont en Belgisch Witblauw zijn de zgn. dikbilrassen met dubbelbespierde aanleg. De andere rassen zijn Blonde d’Aquitaine, Aberdeen Angus, Charolais, Dexter, Hereford, Limousin, Marchigiana, Piemontese en Wagyu.

De vleesveehouderij is kleinschalig: zoogkoebedrijven hebben gemiddeld zo’n 20 volwassen dieren. In 2017 waren er 3.217 bedrijven met vleesvee (zoogkoeien en/of vleesstieren) geregistreerd, die gezamenlijk 175.000 runderen voor de vleesproductie (exclusief vleeskalveren) hadden. Daarvan waren 59.000 vrouwelijke dieren ouder dan twee jaar (zoogkoeien) en 52.000 stieren ouder dan een jaar. De overige runderen zijn vrouwelijke dieren jonger dan twee jaar en mannelijke dieren jonger dan een jaar (zie van der Peet et al., 2018). Het aantal zoogkoeien is sinds 2009 ongeveer gehalveerd, van ongeveer 120.000 naar ongeveer 60.000 runderen. Het aantal stieren (jonger dan een jaar, 1 tot 2 jaar en 2 jaar en ouder, minus stieren voor de fokkerij) blijft in de periode 2009-2018 redelijk constant op een niveau tussen de 90.000 en 100.000 stuks.

In de steeds kleiner wordende en versnipperde sector is één van de uitdagingen om voldoende dieren in te blijven schrijven via stamboekregistratie. Zonder deze registratie is er geen fokwaardenschatting mogelijk. Het aantal raszuivere (>= 87,5% rasaandeel) vrouwelijke stamboekgeregistreerde dieren is voor de gezamenlijke vleesveerassen in 10 jaar tijd afgenomen van ruim 75.000 in 2010 naar ruim 37.000 in 2020 (bron CRV, 2021).

In het rapport Kansen voor vleesvee — Research@WUR is een uitgebreidere omschrijving van de sector te vinden. Conclusie in dat onderzoek is dat voor een vitale vleesveesector het van belang is om het verhaal achter de diverse rundvleesproducten te communiceren en te gaan samenwerken in de afzet van de verschillende producten. Hierbij spelen duurzaamheid en keurmerken ook een rol. Denk bijvoorbeeld aan de ethische discussie over keizersneden, waardoor beide dikbilrassen momenteel zijn uitgesloten van deelname aan het BL concept.

In 2020 is het Markt- en duurzaamheidsprogramma vleesvee gestart via de brancheorganisatie Stichting VleesveeNL. Met het kennisprogramma onder de naam Vleesvee Academie wordt een impuls gegeven aan de verduurzaming van de vleesveesector.

  • Geen labels