12.4 Kweken en introductie 2
Inleiding
Een nieuw aardappelras heeft nieuwe eigenschappen in zich. Van de honderdduizenden aardappelplantjes die jaarlijks worden uitgezaaid, blijven er soms één of twee of helemaal geen nieuwe rassen over. De meeste planten halen de eindstreep dus niet. Ze zijn met aandacht behandeld, vermeerderd, bekeken, beoordeeld en weggegooid. De enkeling die overblijft, wordt in vitro vermeerderd en later op het veld uitgezet. Uiteindelijk komt zo'n plant op markt terecht en mag hij zich bewijzen.
Video: Uitgangsmaterialen: kweken en introductie 2
Vragen
Na het verspenen van de zaailingen zet je de plantjes in de kas of buiten op het veld uit.
1.a Geef twee redenen waarom je ze in een kas zou willen plaatsen.
1.b Geef twee redenen waarom je ze buiten op het veld zou willen plaatsten.
2. De geoogste miniknollen in de film hebben veel kleuren, van paars tot geel. Kan een paarse aardappel de markt veroveren? Geef hierover je eigen mening met twee argumenten voor en twee tegen.
3. Miniknolletjes worden uitgeplant en worden dan eerstejaars enkelvoudige planten. Geef vijf punten aan waarop de kweker op dat moment de nieuwe plant selecteert.
4.a Tweedejaars planten worden voor de consumptie- en voor de pootgoedmarkt beoordeeld. Waarom?
4.b Noem vijf selectiecriteria van de kweker voor pootaardappelen.
4.c Noem vijf selectiecriteria van de kweker voor consumptieaardappelen.
4.d Noem vijf selectiecriteria van de kweker voor biologische aardappelen.
5. Geef drie redenen waarom proefvelden in het buitenland worden aangelegd.
6.a Geef twee redenen waarom er niet op kunstmestbehoefte wordt getoetst.
6.b Geef twee redenen waarom er wel op waterbehoefte wordt getoetst.
In een verder stadium van de kweek worden verschillende mensen bij de selectie betrokken.
7.a Geef de reden aan waarom nu meer mensen de aardappelen beoordelen.
7.b Noem vijf verschillende branches die nu een stem in de beoordeling hebben.
8.a Wat is stamselectie?
8.b Geef drie redenen aan waarom stamselectie zo belangrijk is.
8.c Wat is rasechtheid?
8.d Leg het pootaardappel-afkapsysteem uit.
9.a Wat is het 'in vitro vermeerderen' van aardappelen?
9.b Leg uit hoe deze vermeerdering verloopt.
9.c Geef drie voordelen van de in vitro vermeerdering.
10.a Hoe lang duren de licentierechten op een aardappelras?
10.b Wie legt nieuwe aardappelrassen vast en beschrijft deze?
10.c Op welke kenmerken worden nieuwe aardappelrassen beschreven?