/
12.2 Akkerbouw en fytosanitaire wetgeving 2

12.2 Akkerbouw en fytosanitaire wetgeving 2

Inleiding

De NVWA controleert op de verspreiding van ziekten en stelt hiervoor richtlijnen en regels op. Deze richtlijnen en regels handhaaft de NVWA ook zelf. De NVWA houdt zich daarnaast bezig met in- en uitvoerverboden, waaronder die voor aardappelpootgoed. Onder welke voorwaarden mag een aardappel wel en niet worden verhandeld? Welke regels treden in werking bij de aardappelhandel? Welke ziekten en plagen worden daarbij nauwkeurig in de gaten gehouden? Deze vragen komen in de video aan de orde.

Video: Uitgangsmaterialen: akkerbouw en fytosanitaire wetgeving 2

Vragen

1.a Waarom is pootaardappelen importeren vanuit landen buiten de EU verboden in Nederland?

1.b Vind jij dat een goede verbodsregel?

1.c Noem twee argumenten voor en twee tegen de handhaving van dit verbod.



2.a Waarom mag je ook geen consumptieaardappelen uit deze landen importeren?

2.b Als er in de EU een tekort aan aardappelen is, mag je ze dan wel importeren?



3. Wat betekent: 'Het in het verkeer brengen van aardappelen'?



4.a In welke landen komt bruinrot vooral voor?

4.b Hoe lang is het geleden dat bruinrot in Nederland is vastgesteld?



5.a In welke landen komt ringrot vooral voor?

5.b Hoe lang is het geleden dat ringrot in Nederland is vastgesteld?



6. Zoek het verspreidingsgebied van ringrot en bruinrot op via de site: Eppo databasis.



7. Omschrijf de kenmerken van ringrot en bruinrot op de plant en op de knol.



Er wordt veel onderzoek gedaan naar ringrot en bruinrot hoewel het erg weinig voorkomt in Nederland.

8.a Waarom is er zoveel preventief onderzoek?

8.b Waarom is er niet alleen onderzoek op zieke planten?

8.c Onderzoek op deze ziekten verloopt via bepaalde protocollen. Wat betekent dit?

8.d Waarom verloopt het onderzoek via protocollen?

8.e Zoek de onderzoeksprotocollen van ringrot of bruinrot. Wat valt jou hierbij op?

8.f Wat zijn survey’s en waarvoor dienen ze?

8.g Waarom wordt meer dan alleen pootgoed op deze ziekten onderzocht?



9.a Je mag geen oppervlaktewater voor beregening in de pootgoedteelt gebruiken. Waarom niet?

9.b Wat heeft de plant 'bitterzoet' hiermee te maken?

9.c Wie stelt de richtlijnen van het beregeningsverbod op?

9.d Wie controleert dit?

9.e Hoe controleren ze dit?

9.f Wat zijn de gevolgen bij overtreding?

9.g Zoek op de site: www.nvwa.nl op in welke gebieden in Nederland alleen met bronwater mag worden beregend.

9.h Mag je wel consumptieaardappelen beregenen?



10. Omschrijf de gevolgen voor een akkerbouwbedrijf met pootaardappelen waar bruinrot is vastgesteld.



11.a Waar en hoe vindt de besmetting met ringrot vooral plaats?

11.b Waar en hoelang kan de bacterie overleven buiten de aardappel? Noem drie overlevingsplaatsen.



12. Hoe 'voorkom' je besmetting met ringrot? Noem twee voorzorgsmaatregelen die je kunt treffen.