Verdieping uiergezondheid
De infectiedruk wordt bepaald door het aantal ziektekiemen dat de uier belaagt, in combinatie met het ziekmakend vermogen van de ziektekiemen. Infectiedruk kan worden opgedeeld in twee aandachtsvelden; koegebonden en omgevingsgebonden infectiedruk.
Bacteriën zijn ingedeeld in koegebonden- en omgevingsgebonden bacteriën, maar veel van de bacteriën hebben van beide soorten verschillende eigenschappen. In de onderstaande afbeelding staan de verschillende bacteriën naar eigenschap ingedeeld.
Omgevingsgebonden bacteriën
Verminderde uiergezondheid veroorzaakt door omgevingsgebonden bacteriën is vaak het gevolg van onvoldoende hygiëne in de stal. De omgevingskiemen komen namelijk vooral voor in mest, grond, water en strooisel. Infecties ontstaan in de meeste gevallen op de plek waar de koe ligt en tijdens het melken.
Na het melken staan de slotgaten van de koeien open. Door de spenen te behandelen met een tepeldip worden de speen en het slotgat ontsmet, zodat de nog overgebleven bacteriën afsterven en dus niet de uier binnen kunnen dringen.
In de wachtruimte, waar de slotgaten al niet meer geheel gesloten zijn, vormt opspattende mest een risico.
De omgevingsgebonden bacteriën zijn:
- Streptococcus uberis (SUB)
- Coliformen/ Escherichia coli (ECO)
- Klebsiella (KLEB)
- Coagylase negatieve staphylococcen (STC)
Koegebonden bacteriën
Een koegebonden bacterie wordt vaak overgedragen in de melkstal, bijvoorbeeld door de tepeldoek, de handen van de melker of de melkstellen. De bacterie Streptococcus agalactiae (SAG) is een voorbeeld van een extreem koegebonden kiem. Besmetting kan alleen plaatsvinden door contact met melk, of melkresten van een besmette koe.
Tot de koegebonden bacteriën behoren:
- Streptococcus dysgalactiae (SDY)
- Staphylococcus Aureus(SAU)
- Coagulase negatieve staphylococcen (STC)
Koeien besmet met de bacteriën die mastitis veroorzaken zorgen voor een verhoogde infectiedruk. De infectiedruk op een bedrijf is te hoog als meer dan 10% van de melkgevende koeien een verhoogd celgetal heeft. Als de infectiedruk hoog is hangt het af van de weerstand van de koe of zij besmet raakt of niet.