Test

Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

Versie 1 Volgende »

Naam middel

Caromic 

Algemeen

Caromic is gemaakt van geroosterde en fijn vermalen Johannesbroodpeulen en wordt in Spanje (Valencia) geproduceerd. De vruchten van de Johannesbroodboom bevatten na het rijpingsproces nog een gering gehalte (2-3%) aan tanninen, een groep polyfenolen die aanwezig zijn in veel vruchten en noten en adstringerende eigenschappen hebben. Toevoeging van Caromic aan het speenvoer zou volgens de producent resulteren in eerdere opname van droogvoer naast zeugenmelk, toegenomen voeropname en preventief  werken op het voorkomen van speendiarree. Aanvullend diervoeder.

Onderzoek

Tanninen uit Johannesbroodmeel vertoonden in vitro agglutinatie en een remmend effect op Salmonella cholerasuis, de suikers uit Johannesbroodmeel remden de hechting van Salmonella cholerasuis aan de varkensenterocyten. Uit de lymfoblast transformatietest bleek dat Caromic de immuunfunctie stimuleerde (Dubbeldam, 2004).

De producent leverde rapporten aan van onderzoek uitgevoerd door het Pasteur Instituut in Roemenië (Bucur et al., 2002 en 2002a). Hier is uitgebreid in vitro onderzoek gedaan naar de effecten van caromic op Salmonella cholerasuis var. Kunzendorf die septicemie in jonge biggen veroorzaakt. Caromic is getest in 3 concentraties 2 %, 5 % en 10 % en ook de hoofdcomponenten suikers en tannines zijn in deze concentraties getest. Caromic had een agglutinatie effect op E. coli en Salmonella cholerasuis in de rapid agglutination test (RAT). Ook gaf de tanninefractie van het product groei inhibitie van  Salmonella cholerasuis. Het suikerdeel gaf positieve effecten in de lymfoblast transformatietest en bij de in vitro adhesie test remden alle fracties voor Salmonella cholerasuis de adhesie aan enterocyten. Uit in vivo onderzoek bleek dat Caromic de enterotoxinevorming vam Salmonella cholerasuis remde, en alleen 10 % caromic remde de adhesie in de darm. Bij een voerproef met caromic in deze 3 concentraties geduren de 4 weken bij gespeende biggen verminderde dat de colonisatie van de darm en verhoogde het de uitscheiding van Salmonella.Tevens was er een totale inhibitie van de translocatie van Salmonella cholerasuis van de darm naar de mesenteriale lymfknopen en de milt en was er een stimulatie van de lymfocyten.

 In de tweede test (Bucur et al., 2002a) werden 90 gespeende biggen gebruikt en verdeeld in 3 groepen van 30 dieren; 1) 2.108 CFU salmonella (6 dagen) met de suikerfractie S en de tanninefractie T in drie doseringen (resp. 2, 5 en 10 %), 2)  108 CFU salmonella (3 dagen) met de Caromic C en de tanninefractie T in drie doseringen (resp. 2, 5 en 10 %),  3) 108 CFU salmonella (3 dagen) met de Caromic C en de suikerfractie S in drie doseringen (resp. 2, 5 en 10 %). De dieren kregen gedurende 21 dagen 10 ml van het product en werden van dag 8-13 geïnoculeerd met Salmonella. De overlevende dieren zijn op dag 9-11 na de laatste infectie geëuthanaseerd. De bescherming van S en T bij deze proef (zware besmetting) was gering, hoewel toch 50 % van de dieren overleefde. In een andere proef met een mildere infectie was bijna 100 % van de dieren beschermd (1 van 30 dieren dood), 90 % van de kiemen was uit de darm en er was vrijwel geen translocatie naar de buikholte. Ook is er in vitro onderzoek gedaan naar lymfocytproliferatie en er werd geconcludeerd dat beide fracties immuunstimulerend werkten (Bucur et al., 2002a). Er is ook histologisch onderzoek gedaan naar de darm in een proef waarbij biggen werden geinfecteerd met Salmonella en of cyclophosmamide en of Caromic kregen in 5 of 10 %. Hieruit bleek dat de immuunreactie in de mesenteriale lymknopen heviger was bij geïnfecteerde dieren die cyclophosfamide kregen. De darm was beschermd bij de 5 en 10 % Caromic groep en er werd geen Salmonella aangetroffen in de intestinale mucosa. Met electronenmicroscopie kon zichtbaar gemaakt worden dat Caromic zich hechtte aan de bacterie en dat de fimbriae kapot gingen.

Op de Schothorst (Fledderus en Bikker, 2006) is onderzoek gedaan naar effecten van Caromic op de groei en mestconsistentie van biggen. Hierbij zijn gespeende biggen (27 dagen, 180 dieren) gedurende 4 weken gevoerd met of controlevoeders, of voeders met 2,5 % Caromic, of voeders met 5 % Caromic. Er werden geen verschillen gezien in de groei en voeropname, echter bij de 5 % groep was de voederconversie hoger in week 3 en 4 na het spenen. De mestconsistentie was het best in de 2,5 % Caromic groep, met een waarde van 5,1 ten opzichte van 4,8 bij de controles.

Als voederingredient kan Johannesbroodmeel 10-20 % van de droge stof van het varkensvoer uitmaken zonder dat er negatieve effecten op de groei worden waargenomen. Door het hoge suikerpercentage wordt het goed opgenomen (Kotrotsios et al., 2011).Tanninen hebben ook antinutritionele eigenschappen. Onderzoek naar effecten van oplopende gehalten aan Johannesbroodpeulen (Kotrotsios et al., 2010) in varkensvoer lieten dosis afhankelijke remming van de verteerbaarheid zien. Hiervoor werden 160 gespeende biggen van 30 dagen oud verdeeld in 4 groepen, controles, 75, 100 en 125 gram peulen/kg voer, gedurende 100 dagen. Er werd gekeken naar de verteerbaarheid via mestonderzoek.

Er worden ook gezondheidsbevorderende eiegenschappen beschreven. Onderzoek naar effecten van Johannesbroodmeel in het voer van biggen in een dosering van 3 en 6 % liet de incidentie van diarree met respectievelijk 20 en 33 % deed afnemen (Lizardo et al, 2002).

In een test met kinderen van 3-21 maanden die met acute virale of bacteriële diarree in het ziekenhuis waren opgenomen, kregen ze naast dehydratietherapie gedurende maximaal 6 dagen of carobapoeder (met 40 % tanninen  of  21,2 % polyfenolen en 26,4 % voedingsvezel) of een gelijkwaardig placebo (Loeb et al., 1989). De duur van de diarree was 2 dagen in de caroba groep en 3,75 dag in de placebogroep (significant verschillend p< 0,001), wat aangaf dat de caroba de consistentie van de feaces sneller normaliseerde en de kinderen sneller genezen waren.

Gebruik

Toevoeging aan het speenvoer met een dosering van 3%, te voeren 1 week voor het afspenen tot 2 weken na het afspenen.

Literatuur

Bucur, E., Necşulescu, M., Popa, A.V., Popovici, A., Samarineanu, M., Sorescu, I.,Stӑnicӑ, A. and M. Pîrvulescu. 2002. First semestrial resport: The testing of the anti-infectious properties of the Euroduna product Caromic if used in the diet of weaned piglets. Pasteur Institute Bucharest, Romania, Gnotobiology labarotory.

Bucur, E., Necşulescu, M., Popa, A.V., Popovici, A., Samarineanu, M., Sorescu, I.,Stӑnicӑ, A. and M. Pîrvulescu. 2002a. Second semestrial resport referring to the testing of the anti-infectious properties of the Euroduna product Caromic. Pasteur Institute Bucharest, Romania, Gnotobiology labarotory.

Dubbeldam, N. 2004. Anti-infective properties of tannins in weaning feed. International Pig Topics, 19.

Fledderus,  J. and Bikker, P. 2006. Effect of Caromic on Growth Performance and Faecal Consistency in Weaned Piglets. Schothorst rapport 768.

Kotrotsios, N., Christaki, E., Bonos, E., Florou-Paneri, P., Spais, A. B. 2011. Carobs in productive animal nutrition. J. Hellenic Vet. Med. Soc. 62, 48-57.

Kotrotsios, N.V., Efterpi V. Christaki , Eleftherios M. Bonos  and Panagiota C. Florou-Paneri. 2010. The effect of dietary carob pods on nutrient digestibility in weaning, growing and fattening periods of pigs. Food, Agriculture and Environment (JFAE) 8, 779-782.

Lizardo, R., Canellas, J., Mas, F., Torrallardona, D., Brufau, J. 2002. Utilisation of carob powder in piglet diets and its influence on growth performance and health after weaning. Journées Rech. Porc., 34, 97-101

Loeb, H., Y. Vandenplas, P. Wurst and P. Guesry. 1989. Tannin-rich carob pod for the treatment of acute onset diarrhea. Journal of pediatric gastroenterologt and nutrition 8, 480-485.

  • Geen labels