Informatie in dit subthema is geschreven voor mbo en hbo.
Het begeleiden en opleiden van leerlingen op de werkplek zoals bij een stage of BPV vraagt om deskundige praktijkopleiders. Je moet om te beginnen pedagogische vaardigheden hebben. Dat betekent dat je goed kunt omgaan met jongeren en dat je hun ontwikkeling op een positieve manier kunt bevorderen. Daarnaast moet je over didactische vaardigheden beschikken. Dat wil zeggen, je weet op welke manier je leerlingen het best nieuwe vaardigheden en kennis kunt leren. Naast deze pedagogische en didactische vaardigheden heb je als praktijkbegeleider ook een taak als bewaker van het leertraject van de leerling.
3.1 Praktijkbegeleider als coach
Als praktijkopleider heb je verschillende pedagogische en didactische vaardigheden nodig. Zo is het belangrijk om de manier van opleiden af te stemmen op de leerling. Die afstemming heeft te maken met het karakter en de wensen van de leerling, maar ook met de eisen vanuit de opleiding. Je vraagt dus wat de leerling wil leren en probeert daarop in te haken. In het begeleiden is het ook belangrijk om duidelijke instructies te geven en te checken of de leerling snapt wat de bedoeling is. Je hebt een coachende houding, voert regelmatig gesprekken met de leerling en probeert de leerling te begeleiden naar steeds grotere zelfstandigheid. Ook vraag je de leerling om reflectie op zijn eigen gedrag, activiteiten en ontwikkeling én om feedback op jouw rol en die van je collega’s. Je bewaakt dus een open, actief en prettig leerklimaat.
Naast pedagogische en didactische vaardigheden, kunnen ook andere randvoorwaarden gelden om een leerling te kunnen coachen. Vanuit een hbo opleiding kan bijvoorbeeld de randvoorwaarde gesteld worden dat je als begeleider ook ten minste hbo bent opgeleid. Daarnaast kan een opleiding ook als voorwaarde stellen dat je eenzelfde opleiding hebt gevolgd als de leerling die je begeleidt.
3.2 Praktijkbegeleider als bewaker van leertraject
Er zijn verschillende manieren waarop leerlingen kunnen worden betrokken bij projecten van een groenbedrijf. Een veelvoorkomende manier is een stage, maar het kan ook dat leerlingen in het kader van een vak meedoen in een project. Hieronder volgen een paar stappen die bij beide vormen richting kunnen geven.
Stap 1: Werving en matching van leerlingen
Het gaat hierbij om het enthousiasmeren van leerlingen. Je kunt bijvoorbeeld in de klas een presentatie geven en daarbij laten zien hoe een leerling zich op een bepaald gebied kan ontwikkelen. Voer ook een intakegesprek met de leerlingen om wederzijdse verwachtingen uit te spreken en op elkaar af te stemmen. Beslis vervolgens of de leerling wordt aangenomen en regel de administratieve zaken.
Stap 2: Het introduceren van de leerling
Het is voor beide partijen fijn om goed te starten. Zorg dat er aandacht is voor de leerling als hij of zij begint. Denk hierbij ook aan praktische zaken die geregeld moeten worden, zoals werkkleding, gereedschap en dergelijke. Verder is het belangrijk dat goed duidelijk is welke werkzaamheden de leerling gaat verrichten. Stel collega’s op de hoogte van de start van de leerling. Ook is het natuurlijk een goed idee om de leerling zichzelf te laten voorstellen.
Stap 3 Afspraken vastleggen in een praktijkovereenkomst met de school
Als praktijkopleider zorg je ook dat de afspraken met school goed worden gecommuniceerd en vastgelegd. Dit kan door middel van een praktijkovereenkomst.
Zie voor meer informatie van praktijkovereenkomsten met het mbo: https://www.mboraad.nl/publicaties/servicedocument-praktijkovereenkomst-vanaf-2019-2020
Stap 4 Begeleiding van de leerling
Je stelt samen leerdoelen op, hebt hier regelmatig gesprekken over en bespreekt samen of deze leerdoelen worden gehaald. Je deelt vakvaardigheden, maar ook zaken over beroepshouding. Je coördineert en bewaakt de uitvoering van de praktijkopdrachten, signaleert knelpunten of tekortkomingen en geeft feedback. Zie ook 3.1. `Praktijkbegeleider als coach’.
Stap 5 Beoordeling van de leerling
Je beoordeelt de voortgang van de leerling gedurende de periode dat hij of zij meeloopt en meewerkt bij het groenbedrijf. In het beoordelingsgesprek zorg je ervoor dat je je beoordeling kunt onderbouwen. Ook vindt de beoordeling in nauwe afstemming plaats met de verantwoordelijke van de opleiding.
Verder naar: